IND strenger op verblijfsvergunning dan staatssecretarissen waren
De IND heeft vorig jaar ongeveer tien mensen een verblijfsvergunning gegeven omdat die in een schrijnende situatie zaten. Dat zijn er veel minder dan in de jaren dat die verantwoordelijkheid nog bij de staatssecretaris lag. Dat bevestigt het ministerie van Justitie en Veiligheid na berichtgeving van NRC.
De IND beoordeelt in de procedure voor de aanvraag van een verblijfsvergunning altijd of er sprake is van een schrijnende situatie. Daarmee worden „bijzondere en individuele omstandigheden” bedoeld, zoals een ernstige ziekte. Er is geen vaste lijst van gronden waarop dit kan gebeuren. De beoordeling of daar sprake van is, is nu aan de IND zelf.
Hoogleraar immigratierecht aan de Universiteit Leiden Peter Rodrigues zegt in NRC dat het aantal uitzonderingen dat de IND maakt lager is dan voorheen doordat minder mensen ervoor in aanmerking komen. De IND mag dat namelijk alleen doen aan het begin van de eerste asielaanvraag. Schrijnende situaties ontstaan vaak doordat de procedures lang duren, aldus Rodrigues.
VluchtelingenWerk vindt om die reden dat de discretionaire bevoegdheid weer bij de staatssecretaris moet komen. „Als er een les is die we uit de Toeslagenaffaire kunnen trekken, dan is het wel dat de menselijke maat moet terugkeren bij de overheid. Hetzelfde geldt voor het asiel- en migratiebeleid.”
Uit cijfers die werden verzameld door de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken blijkt dat in de jaren voorafgaand aan de afschaffing van de discretionaire bevoegdheid in dit soort zaken ongeveer honderd mensen per jaar via deze weg een verblijfsvergunning kregen. De bevoegdheid werd bij de staatssecretaris weggehaald in ruil voor het kinderpardon, waardoor zo’n zevenhonderd kinderen die jaren in Nederland woonden maar dreigden te worden uitgezet alsnog mochten blijven.