Roman Vonne van der Meer: Even een paar tellen passen op de kleine Faith
Vonne van de Meer is een bijzondere auteur met een eigen stem. Een schrijfster die grote thema’s niet schuwt (overspel, fout zijn in de oorlog, geweld, voltooid leven), ze ook niet oplost, maar de lezer meeneemt in de morelekeuzemomenten.
Boeiend is ook dat Van der Meer in haar latere werk God een plek geeft, niet als oplossing voor alles, maar verborgen aanwezig.
In haar nieuwste boek ”Naar Lillehammer” is de kinderloze Cécile (49) noodgedwongen op zoek naar een andere invulling van haar leven. Haar huwelijk is na tien jaar geëindigd, ze is haar baan kwijt en ze heeft een andere woning. Totaal uit het niets vraagt een jonge Nigeriaanse vrouw haar om een paar tellen op haar peutertje Faith te passen.
Als het wachten te lang duurt, neemt Cécile de kleine Faith met tegenzin mee naar huis. In haar brievenbus vindt ze een briefje met de vraag of ze voor het kindje wil zorgen totdat er een veilige woonplaats is gevonden voor moeder en dochtertje.
Cécile is uit haar doen, maar tegelijk overrompelt het haar dat het meisje zich zo snel in haar leven voegt. Ze gaan naar het strand, fietsen, bezoeken de kinderboerderij. Al jaren verborgen kinderliedjes komen weer bij Cécile boven en maken haar uitgelaten.
Op een avond klopt Faiths moeder Gladys onverwachts aan. Cécile ziet haar uitdagende kleren, extreem hoge hakken en opgezette oog en begint iets te vermoeden. Als ze in de meegebrachte tas met luiers veel geld vindt, neemt haar ongerustheid toe.
Gladys zegt dat ze spaart om haar schulden af te lossen, zodat ze naar Lillehammer in Noorwegen kan reizen, waar haar broer woont. Ze vertelt dat haar werk als serveerster was beloofd in het rijke Westen. De financiële schuld zal haar nog lang achtervolgen. Bovendien is ze gebonden door een vloek die in Nigeria over haar uitgesproken is. De onzichtbare wereld is altijd aanwezig in haar leven.
Ze begrijpt de wereld van Cécile niet. Waarom zou je afscheid nemen van iemand die „te veel van je houdt”? Ze kan het woord ”jaloezie” niet plaatsen. Als Cécile aangeeft „ruimte nodig te hebben, juist als ze veel om iemand geeft”, herkent Gladys deze taal niet.
Cécile is een westerse vrouw die nadenkt over haar functioneren, over haar plaats in een relatie, haar functie als vrouw en de moeder die ze niet geworden is. Tegen haar verwachting in overvallen moederverlangens haar en daar worstelt ze mee. Ze gelooft in de macht van God en bidt: „Ontferm U over ons Heer, ontferm U over ons.”
Twee vrouwen uit totaal verschillende milieus ontmoeten elkaar. Het lijkt voor beiden onmogelijk om de kloof te overbruggen en vrijheid te vinden.
Vonne van der Meer snijdt een heftig onderwerp aan: vrouwenhandel, de big business van deze tijd. Dit is zo beschamend dat het een veel groter thema in onze maatschappij zou moeten zijn. Het is onbestaanbaar dat deze vorm van slavernij bestaat. Als ik erover hoor of lees, word ik er vaak stil van. Vonne van der Meer weet in deze roman wél woorden te vinden om deze problematiek onder de aandacht te brengen.
Ook de vragen die Cécile heeft spreken me aan; die vallen niet weg als je ze tegen de ernstige vragen van Gladys afweegt. Céciles zoektocht naar binding én vrijheid intrigeert me.
Door de woorden die ze kiest laat Van der Meer de lezer nadenken over kleine dingen. Ze gebruikt daarbij mooie beelden. Bijvoorbeeld als Cécile zich jonger voelt door Faith: „Anders jong dan na aankoop van een nieuwe jurk of lippenstift, deze kleur kroop onder haar huid, in haar bloed.” Of: „In de ogen van Gladys veranderde ze in een groot wit wezen. Als op een overbelichte polaroid van al te dichtbij genomen.” Of: „Een jaloers mens heeft geen reden nodig voor zijn jaloezie.”
Ik heb wel vragen over de „behandeling van de vloek.” Om de over Gladys uitgesproken vloek te verbreken, wordt een ”manbo” (voodoopriesteres) gevraagd. Cécile ziet dat het kwade Gladys bindt en zoekt vrijheid bij geesten „die het geloof in God niet in de weg zitten.” Ze ziet die combinatie bij haar vriend Brian. Die draagt een amulet ter bescherming en gelooft tegelijkertijd in God. Cécile wil niet al het goede God noemen, zoals ze niet elke demon als kwaad wil zien. Ik denk dat op dit punt meer helderheid nodig is. Om vrijheid te vinden in gebondenheid is de sterke Naam van God onmisbaar.
Ondanks mijn andere mening hierover is ”Naar Lillehammer” een mooie roman. Het thema van vrouwenhandel moet onze aandacht houden. Ook geniet ik van haar woordkeus, zinnen en de aanwezige christelijke symboliek. Ik denk dat het boek een plaats op de literatuurlijst van leerlingen kan krijgen. De thematiek van vrouwenhandel en binding door occulte bezweringen is actueel en ik denk dat een gesprek over binding en bevrijding goed met leerlingen gevoerd kan worden.
Vonne van der Meers werk is toegankelijk én diep; een heel mooie combinatie die me naar meer ervan doet verlangen.
Boekgegevens
Naar Lillehammer, Vonne van der Meer; uitg. Atlas Contact; 204 blz.; € 21,99