Brief maakt dankzij pandemie comeback
De brievenbus kleppert sinds het uitbreken van de pandemie vaker. Nederlanders sturen elkaar meer post dan voorgaande jaren, zo blijkt uit cijfers van PostNL. In tijden dat mensen elkaar maar mondjesmaat mogen ontmoeten, zoeken ze naar andere vormen van contact. Dan heeft een geschreven brief wel wat.
Het handschrift herkennen, de envelop open maken en genieten van de post die met aandacht gemaakt en geschreven is. Voor sommigen klinkt uit het uit de tijd, anderen herontdekten juist de charme van een zelfgemaakte kaart en een handgeschreven brief. Post leeft weer, merkt Marije Jansma (30) van snail-mail.nl, een website die briefschrijvers aan elkaar koppelt en informeert over het laatste nieuws op postgebied. Ze zag het aantal bezoekers op haar site verviervoudigen tijdens de eerste lockdown in maart 2020. „Mensen waren op zoek naar tips over hoe je leuke post maakt. Je zag op sociale media ook veel mensen die foto’s en berichten plaatsten dat ze weer post gingen versturen. Ik kreeg van jonge meiden –zo tussen de 8 en 14 jaar– veel vragen over hoe ze bijvoorbeeld een penvriendin konden vinden en waar leuke spulletjes voor het maken van post te vinden zijn.”
Letterlijk vertaald betekent snailmail slakkenpost. Brieven en kaarten die in de brievenbus worden bezorgd en een aantal dagen nodig hebben om op de plaats van bestemming te komen, vallen onder die noemer. Maar snailmail omvat meestal meer dan een ansichtkaart. Het zijn complete creaties: een uitvouwbaar kaartje met vakjes en kleine cadeautjes bijvoorbeeld.
Waar het aandeel internationale post vorig jaar sterk daalde vanwege het sluiten van de grenzen, nam het aantal brieven en kaarten dat Nederlanders onderling naar elkaar stuurden sterk toe. In het jaarverslag van PostNL staat: „Mensen verstuurden meer wenskaarten en geschenken met brievenbuspakjes in zowel de eerste als de tweede golf van de pandemie, wat de waarde van verbinding via fysieke post onderstreepte.” Op piekdagen tijdens de laatste weken van het jaar bezorgde het postbedrijf 14 miljoen poststukken per dag, een verdubbeling van het gemiddelde.
Nachtdienst
Voor de redactie reden het enthousiasme te peilen onder de volgers op sociale media. „Schrijf jij al jaren met grote regelmaat met een penvriend(in)? Of heb je juist de pen weer opgepakt in tijden van lockdown?” vroegen we op sociale media.
Annette van Dam (53) reageert op Instagram: „Al heel lang he?”, en tagt daarbij haar vriendin Anneke Muilenburg (51). Al zo’n veertig jaar schrijven de vrouwen elkaar met grote regelmaat. „Ik denk dat we tussen de 8 en 10 jaar waren toen we onze eerste brief schreven naar aanleiding van een oproepje in de GezinsGids om stickers te ruilen. We waren echt nog heel jong”, zegt Van Dam.
Muilenburg is niet haar enige vaste schrijfmaatje. Sinds haar achttiende is ze ook penvriendin met Conny Eikelboom (53) die ze op een Daniëlreis van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten ontmoette.
Van Dam geeft de voorkeur aan schrijven, want ze houdt niet van typen. Van Dam: „Ik maak met typen te veel fouten en vind schrijven met een pen veel makkelijker. Tijdens mijn nachtdiensten in een verpleeghuis werk ik vaak aan mijn brieven. Het begin van de nacht is vaak druk, maar naarmate de uren vorderen, wordt het rustiger. Ik pak er dan pen en papier bij en schrijf steeds een stukje. Als de bel gaat en ik naar een bewoner moet, kan ik het papier zo in m’n zak stoppen. Ik hoef niks op te slaan. Als ik na vijftien minuten weer terug ben, kan ik weer even verder met de brief.”
Haar penvriendin Muilenburg bewaart op zolder een plakboek met de eerste brieven. „Het waren echt korte briefjes die ik in de begintijd met Annette schreef; we waren kinderen. Later werden ze meer inhoudelijk. We trouwden, kregen kinderen en hadden zo ons eigen gezin. Daardoor nam de frequentie van de brieven ook weleens af; een opgroeiend gezin kan druk en rommelig zijn.”
Vriendschap
De penvriendinnen hebben elkaar niet vaak ontmoet, hoewel ze zo’n vijftig minuten rijden van elkaar wonen. Muilenburg: „We hebben toen we jong waren af en toe bij elkaar gelogeerd. Ik woonde toen in Andel, een klein dorpje waar mijn ouders een veevoederbedrijf hadden. Ik weet wel dat ik het in s-Gravenzande bij Annette leuk vond. We hebben er weleens in een bootje gevaren, geloof ik. Toen we een gezin hadden, zijn we nog een keer bij elkaar op bezoek geweest; de laatste keer dat we elkaar zagen waren de kinderen klein. Onze jongste zoon is nu twintig jaar en volgens mij was hij toen nog niet geboren. Die vindt het overigens heel raar hoor: post. De jeugd snapt echt niet waarom je nog post zou sturen. En een brief begrijpen ze al helemaal niet. Maar ik vind het gewoon heel leuk om post te krijgen.”
De andere penvriendin, Eikelboom, moet diep nadenken hoe de vriendschap met Van Dam begon. „Ik heb het gisteren nog even aan Annette gevraagd, hoe het ook alweer zat. We zijn na de vakantie elkaar brieven gaan schrijven. Het plan was dat we het jaar erop weer samen met een kamp mee zouden gaan, maar de opa van Annette overleed, waardoor dat niet doorging. Toch hebben we al die jaren contact gehouden.” Eikelboom, die dat jaar wel op kamp ging, ontmoette daar iemand uit Groningen, met wie ze ook tot op de dag van vandaag nog briefcontact heeft.
Hoe ze het schrijven volhoud? „Op een gegeven moment heb ik in m’n hoofd weer genoeg verzameld en denk ik: het wordt tijd dat ik Annette weer eens ga schrijven. Natuurlijk is een mailtje sneller gedaan; we ontwennen het schrijven in onze tijd. Soms moet ik me er ook wel even toe zetten, maar post krijgen is veel leuker dan een mailtje. Het is persoonlijker”, zegt Eikelboom.
Naar onderwerpen hoeven de drie brievenschrijvers niet te zoeken. Eikelboom: „Met een opgroeiend gezin is er altijd iets te schrijven. Er gebeurt dan genoeg. Echt persoonlijke dingen deel ik niet in de brieven. Nou ja, we schrijven bijvoorbeeld wel over de overgang. Dan vraag ik of Annette er dingen van herkent. Maar heel persoonlijke dingen deel ik liever onder vier ogen dan in een brief.” Ook Van Dam zit nooit om onderwerpen verlegen. „Onze ouders worden ouder en we hebben kleinkinderen, ook daarover valt genoeg te schrijven.”
Slakkenpost
Dat is precies wat Jansma van snailmail.nl aan beginnende briefschrijvers adviseert. „Schrijf eerst over het alledaagse. Je werk, hobby en familie. Als je begint met schrijven naar een onbekende, denk dan vooral niet te moeilijk. Iedereen wordt vrolijk van post, als het maar niet de blauwe envelop is.”
Zelf schreef Jansma tien jaar geleden haar eerste brief. Via diverse fora en de website postcrossing.com bouwde ze contacten op. „Ik schreef er altijd duidelijk bij dat ik graag een penvriendin wilde, dus niet eenmalig een kaartje heen en weer wilde sturen met iemand. Het langste schrijf ik nu met mijn vriendin Yulia. Zij komt uit Oekraïne, maar is inmiddels verhuisd naar Amerika. We sturen elkaar veel brieven en met verjaardagen en Kerst een pakketje. Van Yulia heb ik ook alle brieven bewaard, dat is leuk om terug te zien. Ik ben nu dertig, tien jaar geleden schreef ik echt over andere dingen dan nu. Je wordt volwassener, neem bijvoorbeeld Yulia, die is getrouwd en heeft een kindje gekregen. Dat soort dingen verandert de inhoud van wat we schrijven.”
Jansma heeft behalve Yulia ook een penvriendin in Schotland. „Haar heb ik een keer ontmoet. Dat was heel leuk, we kenden elkaar al zo goed door onze brieven dat we genoeg hadden om over te praten.”
Sinds 2017 is Jansma, woonachtig in het Friese Sint Annaparochie, de eigenaar van snail-mail.nl. „De vorige eigenaresse vroeg hulp bij het schrijven van blogs voor de website, zo ben ik met dit werk begonnen. Toen zij zwanger raakte en minder tijd kreeg, vroeg ze mij om de website over te nemen. Dat heb ik meteen gedaan, want het leek me altijd al leuk om zo’n site te runnen. Na de overname heb ik weinig veranderd: ik schrijf zowel korte als lange blogs, de ene keer over een serie nieuwe postzegels, een andere keer over hoe je leuke post maakt.”
Een penvriendin vinden –er zijn nauwelijks mannen die schrijven– is volgens Jansma niet moeilijk. „Meld je aan in een postgroep op Facebook en schrijf een oproepje of reageer op iemand. Via Instagram kun je zoeken door de hashtag penpal te gebruiken, het Engelse woord voor penvriendin. En op mijn website kun je ook een oproep plaatsen of reageren op de brief van een ander.”
Theezakje
Dat niet iedereen in tijden van lockdown de pen pakt, weet Erna Brinks-Ligtenberg (43). De Rijssense reageerde op onze oproep op social media. „In 1988 begon ik te schrijven met mijn vriendin Marijke. Alle brieven, vakantie- en kerstkaarten heb ik bewaard en ingeplakt in albums. Zelfs het oproepje uit Terdege waar het allemaal mee begon, heb ik nog. Maar het contact verloopt de laatste twee jaar via mail; pen en papier komt er bij ons niet meer aan te pas. Misschien is dat wel jammer, want we verstuurden elkaar vroegen echt hele pakken post. Marijke kan zo gezellig en mooi schrijven; zij kan dat beter dan ik. We sturen elkaar nu alleen nog een kaart met onze verjaardagen en Marijke is de enige voor wie ik speciaal een kaartje koop op een vakantiebestemming.”
Voor wie na veertien maanden pandemie nog niet in de pen is geklommen heeft Jansma een paar tips. „Begin gewoon met een kaartje aan je oma, die wordt daar vast heel blij van. En probeer daarna ook eens een langere brief aan iemand te schrijven en stuur dan ook wat leuks mee, een theezakje bijvoorbeeld. Post is eigenlijk heel simpel. Het wordt leuk als je er liefde instopt.”