Gemeenten zetten natuur in tegen eikenprocessierups
Bloemrijke bermen, minder eiken. Gemeenten kiezen steeds vaker voor natuurlijke bestrijding van de eikenprocessierups.
Even leek het erop dat de eikenprocessierups er dit jaar vroeg bij was. In zijn eigen insectenstation in het Brabantse dorp Mill zag Henry Kuppen van het Kenniscentrum Eikenprocessierups op 1 april dat de eerste rupsen uit de eitjes waren gekropen. Ook vanuit Sittard en Hengelo werden ei-uitkomsten gemeld. „De ongekend hoge temperaturen van 31 maart, tot wel 26 graden, zorgden ervoor dat sommige rupsen –zo’n tien procent, schat ik– er een dag later geforceerd uitkwamen.”
De vroegst genoteerde ei-uitkomst was in 2014, op 30 maart. Vorig jaar kwamen de eerste rupsen op 6 april uit. Door de omslag naar kouder weer vanaf 2 april zijn de meeste eipakketjes nu nog steeds gesloten, constateert Kuppen. „De rupsen wachten tot hun voedselbron, de eik, zich verder ontwikkelt. Komend weekeinde is het warmer, dan komt de rest ook wel uit.”
De gevreesde brandharen die de rups zo ongeliefd maken, komen waarschijnlijk vanaf 23 mei vrij, berekent Kuppen. Hij gaat ervan uit dat de overlast vergelijkbaar zal zijn met vorig jaar. „In 2019 was de rups echt een plaag. Veel bomen waren besmet en op het moment dat de brandharen volop waren ontwikkeld, waaide het flink. Dat jaar schudde veel gemeenten wakker. Over het algemeen doen ze nu meer aan preventie en zijn ze alerter op het verwijderen van nesten van de rups. Er wordt meer geld en menskracht in gestoken.”
Vijanden
Ook krijgen gemeenten volgens Kuppen meer oog voor het stimuleren van natuurlijke vijanden van de rups. „Preventief spuiten met het bacteriepreparaat Xentari, nematoden (parasitaire aaltjes) inzetten of nesten wegzuigen is slechts symptoombestrijding. De koerswending is nog mondjesmaat. Alleen nestkastjes ophangen voor de koolmees, een van die natuurlijke vijanden, gaat in een monocultuur met enkel eiken en kaalgeschoren bermen het probleem ook niet oplossen. Lastig voor gemeentebestuurders is dat het effect van de natuurlijke aanpak pas op langere termijn merkbaar is.”
Minder maaien en zo bermen aantrekkelijk maken voor insecten en vogels helpt al enorm, zegt Kuppen. „We kennen inmiddels verschillende soorten vleermuizen, zeventien vogels en bijna twintig insectensoorten als natuurlijke vijanden van de rups. Voor elk gebied moet je bekijken welke vijand je het beste kunt stimuleren.”
Zoektocht
Verder moeten eiken door andere bomen te worden vervangen. „Dat lijkt mij al noodzakelijk als een vijfde van het bomenbestand een eik is. Die omvorming zie ik nog niet veel gebeuren. Wel worden er minder nieuwe eiken aangeplant. Voor de bermen langs de A1 bij Deventer koos Rijkswaterstaat voor een enorme bomendiversiteit.”
In Staphorst was de jeukrups eind vorige maand onderwerp van een politiek debat. Wethouder Alwin Mussche had voor dit jaar 100.000 euro begroot voor bestrijding van de rups, waaronder 54.000 euro voor het wegzuigen van nesten. Op initiatief van SGP en ChristenUnie, samen een raadsmeerderheid, wordt daar hooguit 40.000 euro aan besteed. De overige 60.000 euro is voor preventie en natuurlijke bestrijding. Het blijft, zegt Mussche, „een zoektocht naar de juiste methoden op de juiste plekken”. Preventie is effectiever en goedkoper dan het arbeidsintensievere wegzuigen. „Maar bacteriën kunnen andere rupsensoorten aantasten, wat weer effect heeft op vogels.”
Diversiteit
De gemeente Altena (Werkendam, Wijk en Aalburg) kiest bewust voor de natuurlijke weg. „Bacteriepreparaten of nematoden vinden wij ongewenst om de nadelige neveneffecten op nuttige organismen.” In Sleeuwijk, waar de meeste eiken staan, hangen nestkastjes en insectenhotels. „In de omgeving bevorderen we de leefomstandigheden voor natuurlijke vijanden door kruidenmengels in te zaaien en bollen en struiken te planten.”
Barneveld blijft de rups preventief bestrijden met het bacteriepreparaat Xentari. Dat middel heeft vorig jaar „zeker meegewerkt” aan een vermindering van het aantal nesten van de rups, aldus een evaluatierapport van de gemeente. Wel gaat ze meer bloemrijke bermen en stroken aanleggen en beheren voor de natuurlijke vijanden. Het gemeentelijke bomenbestand bestaat voor 30 procent uit eiken. Daar wordt meer diversiteit in aangebracht, belooft Barneveld.