Verstevig positie Defensie bij nationale crises
Het nieuwe kabinet zou er goed aan doen de rol van Defensie in de nationale crisisbeheersing te versterken. Tijdens een crisis zijn commandovoering en effectief leiderschap namelijk onmisbaar.
Een terugblik op het afgelopen jaar laat ons zien dat het crisiskabinet de coronacrisis al polderend heeft benaderd. Een zwalkende aanpak en een spaghetti aan organisaties met te veel kapiteins op het schip vormden de basis van een ineffectief crisismanagement. Dat zagen we bijvoorbeeld terug in de mondkapjesdiscussie, het testbeleid, het vaccinatieprogramma, de onnavolgbare routekaarten en een willekeur aan maatregelen die niet geloofwaardig aan de bevolking zijn uit te leggen. Veelvuldig klonk in de media dan ook de vraag of Defensie geen prominentere rol had moeten spelen, met een strakkere en eenduidige regie in de crisisaanpak. Het antwoord is volmondig: ja!
Onzichtbare rol
Defensie heeft op tal van terreinen hulp geboden. Denk aan de vroegtijdige inzet van planners bij de patiëntenspreiding, de inrichting van de XL-teststraten en de ondersteuning in ziekenhuizen en verpleeg-en verzorgingshuizen. Maar dat is assistentie op beperkte schaal. Als structurele veiligheidspartner van civiele hulpdiensten en het openbaar bestuur kan Defensie veel meer betekenen.
Nationale veiligheid is een van haar drie hoofdtaken. Die mag niet worden beperkt tot een ”vangnetconstructie voor civiele hulpdiensten”. De krijgsmacht is bij uitstek geschikt om complexe crisissituaties aan te sturen. Defensie beschikt over goed opgeleid personeel met (leiderschap)ervaring in buitengewone omstandigheden, hoogwaardig materieel, een snel inzetbare reservecomponent die specifiek is toegerust voor rampenbestrijdingstaken en veel expertise in de planning en uitvoering van logistieke operaties. In het licht van deze kwaliteiten is het verbazingwekkend dat de minister van Defensie en de commandant der strijdkrachten een onzichtbare rol in het crisiskabinet en in de crisiscommunicatie hebben gespeeld.
In Zeist zetelt het landelijk operationeel coördinatiecentrum (LOCC), verantwoordelijk voor de bovenregionale en nationale inzet van (schaarse) operationele middelen tijdens corona. Een professionele organisatie in de nationale crisisstructuur waarover je in de media niets verneemt. Het LOCC werkt samen met Defensie (territoriaal operatiecentrum, TOC).
Voorheen was het LOCC een volledig civiel-militair geïntegreerde landelijke operationele staf, waarvan de leiding rechtstreeks het crisiskabinet adviseerde. Tot veler verbazing is deze staf in 2015 door het ministerie van Justitie en Veiligheid opgeheven. Een blunder van formaat. In 2020 heeft de evaluatiecommissie ”wet veiligheidsregio’s” in haar eindrapport geadviseerd de taakstelling van het LOCC te heroverwegen en er is een reële kans dat de landelijke operationele coördinatie bij crises geheel wordt ontmanteld. Wat dan rest, is een bestuurlijk crisismanagement dat gedoemd is te mislukken. Dat zie je momenteel terug in de uitrol van het vaccinatie- en testprogramma onder leiding van het ministerie van VWS en het RIVM. Op departementaal niveau ontbreekt het aan praktijkervaring en aan een ”operationele mindset”. Bovendien geldt hier het motto: ”Iets wat je zelden doet, doe je zelden goed!”
Onmisbare schakel
Het is van essentieel belang om op dit punt lering te trekken uit de coronacrisis. Daarom een oproep aan het nieuwe kabinet om de rol van Defensie in de nationale crisisbeheersing te versterken. Dat is wel even wennen in ons bestuurlijke poldermodel, maar o zo belangrijk. In de voorbereidingsfase van crises mag je overleggen en coördineren wat je wilt, maar tijdens een crisis gaat het om commandovoering en effectief leiderschap. Implementeer een civiel-militair geïntegreerd operatiecentrum als een van de speerpunten van een nieuw veiligheidsbeleid. Verstevig de positie van het LOCC, integreer deze met het TOC van Defensie en herzie de naamgeving in ”landelijk operationeel commandocentrum”, een onmisbare schakel bij nationale crises, zoals een pandemie. Geef tevens de minister van Defensie, de commandant der strijdkrachten en het hoofd van het commandocentrum een prominente rol in de nationale crisisstructuur. Dat doet recht aan de hoofdtaak van de krijgsmacht en aan het crisisbestendiger en veiliger maken van Nederland.
De auteur is adviseur crisisbeheersing.