Oud-legerpredikant ds. J. van Eck: Preken over psalmen is spannend
De kazerne was 27 jaar zijn werkterrein. Inmiddels ligt de Defensietijd ver achter ds. J. van Eck, die deze week veertig jaar predikant is. Preken doet hij nog steeds graag, de laatste jaren vooral over de psalmen.
Zodra de auto van de bezoeker het pad naast zijn vrijstaande woning in Lexmond oprijdt, verschijnt ds. Van Eck (68) in de deuropening van zijn tuinhuis. Hij bouwde de voormalige werkplaats van zijn vader om tot studeer- en muziekvertrek. De ruimte is gevuld met boeken en stapels cd’s. Op de piano staan werken van Janáček en Stravinsky.
Een kleine zes jaar woont de emeritus predikant weer in het dorp waar hij als enig kind in een „gemiddeld hervormd gezin” opgroeide. „In mijn middelbareschooltijd raakte ik wat los van de kerk. Toen ik in Utrecht klassieke talen ging studeren, kwam ik studenten tegen die wel iets met het geloof hadden. We raakten daarover aan de praat. In diezelfde tijd moest ik nieuwtestamentisch Grieks lezen. Bij de eerste Johannesbrief sloeg de vonk inhoudelijk over. Ik besefte: Dit gaat over mij. Daarna ben ik belijdeniscatechisatie gaan volgen en heb ik belijdenis gedaan.”
Na de studie klassieke talen gaat Van Eck, naast een baan als docent, theologie studeren om zich „meer te verdiepen in de Bijbel.” Als hij de studie heeft afgerond, benadert het ministerie van Defensie hem met de vraag of hij legerpredikant wil worden. „Ik dacht: Ik weet hoe het buiten de kerk is, misschien ligt juist hier wel een taak voor mij. Die intuïtie bleek juist.”
L
even en dood
Op 12 april 1981 bevestigt dr. A. van Brummelen hem tot legerpredikant en wordt hij geestelijk verzorger in een kazerne in Ede . Zelf was ds. Van Eck niet in militaire dienst geweest. Of het een grote overgang was van de universiteit en het klaslokaal naar de kazerne? De predikant schudt het hoofd. „Intellectueel geredeneer is interessant, maar heeft ook beperkingen. Ik vond het leuk om als legerpredikant midden in het concrete leven te staan en over heel andere zaken te moeten nadenken.”
Hij ziet zichzelf niet als „typische evangelist.” „Ik sprak met de soldaten over de dagelijkse zaken die hen bezighielden, maar vaak kwamen we toch al snel uit bij thema’s als leven en dood. Als ze daar vragen over hadden, dachten ze: Misschien kan de dominee er iets zinnigs over zeggen. Vroeg of laat gingen de gesprekken over God.”
In de loop der jaren heeft ds. Van Eck verscheidene standplaatsen. Zo wordt hij in 1995 voor een halfjaar uitgezonden naar Zagreb. Hij dient er op een legerplaats met 150 militairen, van wie er op zondag 25 tot 30 naar de kerk komen.
Van 1998 tot 2001 is hij predikant in het Duitse Seedorf, waar veel Nederlandse militairen gelegerd zijn. „In de protestantse gemeente daar kwamen mensen die in Nederland betrokken waren bij diverse kerken. De één was lid van de Gereformeerde Gemeenten, een ander van een vrijzinnige gemeente of van een pinkster- of baptistengemeente. In de jaren in Seedorf heb ik vier keer iemand gedoopt die vanuit een buitenkerkelijk milieu christen was geworden. Heel bijzonder.”
Mantelzorg
In 2008 gaat ds. Van Eck op 55-jarige leeftijd met emeritaat of –in de termen van Defensie– functioneel leeftijdsontslag. De jaren daarna staan voor een groot deel in het teken van mantelzorg. „Mijn vader heeft vier jaar ziek op bed gelegen. Ik woonde in Ede en reed veel op en neer naar Lexmond.”
Na het overlijden van zijn vader woont ds. Van Eck twee jaar in bij zijn moeder, die eveneens zorg nodig heeft. „Daar lag mijn eerste verantwoordelijkheid. Als ik niet zo vroeg met emeritaat was gegaan, hadden mijn ouders niet tot het einde van hun leven in hun eigen huis kunnen blijven wonen. De zorg voor hen kostte inspanning, maar gaf mij ook voldoening.”
De laatste jaren heeft ds. Van Eck weer meer tijd voor zijn „oude liefde”, de muziek. Na zijn emeritaat volgde hij een opleiding aan het conservatorium in Zwolle. Hij vertelt dat hij graag klassieke muziek beluistert en geregeld componeert. De afgelopen tijd maakte hij onder meer muziek bij teksten van Piet Paaltjens, pseudoniem van de Nederlandse dichter en predikant Frans Haverschmidt (1835-1894).
De emeritus predikant hoopt dat er na de coronacrisis weer mogelijkheden komen om het muzikale stuk uit te voeren voor literaire kringen. Voor de muziek gebruikt hij een klavichord. Hij staat op en laat enkele klanken horen van dit snaarinstrument dat „heel geschikt” is voor kamermuziek.
Het preken zou ds. Van Eck intussen niet graag missen. Bijzonder vond hij het om afgelopen zondagavond in de Oude Kerk in Huizen voor te gaan, waar zijn mentor dr. Van Brummelen vele jaren op de kansel stond.
De laatste vijf jaar preekt ds. Van Eck bijna altijd over een Psalm. Hij kwam op dit spoor na het herlezen van een Psalmencommentaar van Calvijn. „De Psalmen vormen rijke preekstof.” Preken over de Psalmen is echter ook „spannend”, ervaart de predikant. Hij noemt als voorbeeld Psalm 75 waarin het onder meer gaat over de droesem die de goddelozen zullen drinken. „Hoe kun je daar in deze tijd over preken op zo’n manier dat het niet alleen schrikwekkend wordt? Daar mediteer ik net zo lang over totdat ik het evangelie in zo’n Psalm tegenkom.”
De predikant merkt op dat er „iets goeds zit in Gods toorn over onrecht. We hebben te maken met een God Die door het onrecht dat wij mensen plegen, geraakt wordt en Die er ook voor zorgt dat het een keer zal verdwijnen. Dat leidt dan naar de komst can Christus.”