Steun motie van wantrouwen tegen Rutte was terecht
Het debat over de zinsnede ”Positie Omtzigt. Functie elders” riep veel reactie op. Sommigen relativeerden de misstappen van de verkenners en de VVD-leider, terwijl er stevige kritiek was op hen die deze misstappen aan de kaak stelden. Dit is niet terecht.
Het zinnetje over CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt komt namelijk niet als ongelukkig detail uit de lucht vallen. Het is in elke context merkwaardig dat in een eerste ronde van verkennende gesprekken de positie van een gekozen Kamerlid ter discussie gesteld wordt. Hier ging het echter om een Kamerlid dat nog geen week voor het desbetreffende gesprek 342.472 stemmen haalde. Die stemmen kreeg hij vooral omdat hij het kabinet onder leiding van VVD-leider Mark Rutte stevig controleerde. Dat kabinet had daar op een aantal dossiers veel last van. Het heeft er zelfs door moeten aftreden. Dit Kamerlid staat zodoende symbool voor de kritische macht die de Kamer behoort te zijn. Wie als premier de positie van zo’n Kamerlid tijdens formatieonderhandelingen bespreekbaar maakt, speelt met vuur.
Relativerende antwoorden
In de eerste plaats kunnen de opmerkingen van Rutte niet los gezien worden van het toeslagenschandaal. Tienduizenden gezinnen werden jarenlang verbrijzeld door een overheidsinstantie die zich keurig aan de wet wilde houden, maar daarbij redelijkheid en billijkheid uit het oog verloor en daardoor andere wetten overtrad. De politieke leiding van de ministeries van Sociale Zaken en Financiën kreeg signalen, maar negeerde die. Een klein aantal Tweede Kamerleden kreeg na een aantal jaren lucht van de misstanden en begon vragen te stellen. Hun vragen werd weggewuifd met relativerende antwoorden. Opgevraagde stukken werden grotendeels zwartgelakt. Intussen werd in de ministerraad gesproken over de vraag hoe om te gaan met de Kamerleden die zo kritisch waren.
Toen eind 2020 voor iedereen zwart op wit duidelijk was hoe groot de misstanden waren, wie er wanneer van wist en wat er met die signalen gedaan was, kon de commissie-Van Dam nog maar één conclusie trekken: ongekend onrecht. Rutte trad samen met zijn ministersploeg af en beloofde beterschap. Een paar maanden later besprak hij met zijn partijgenoot en verkenner Annemarie Jorritsma wat ze aan moesten met de man die deze affaire met groot doorzettingsvermogen op de politieke agenda had gekregen. Minister maken, promoveren tot Kamervoorzitter of nog iets anders? Kundige ambtenaren noteerden voor het vervolggesprek de korte zin: ”Positie Omtzigt. Functie elders.”
Het bos in gestuurd
In de tweede plaats staat de zin op het gefotografeerde velletje papier symbool voor de uitholling van de positie van de Tweede Kamer als kaderstellend en controlerend orgaan. De Tweede Kamer is wel verweten zich als ‘rechercheur’ te gedragen en wantrouwend te staan tegenover verklaringen van de leider van de VVD. Wie tot zich laat doordringen dat Pieter Omtzigt en Renske Leijten bijvoorbeeld de memo-Palmen (een cruciaal stuk van een hoge jurist bij de Belastingdienst) pas na langdurig doorvragen en slimme zetten boven tafel kregen, zal zulke verwijten eerder beschouwen als complimenten. Wie jarenlang het bos in wordt gestuurd met halve antwoorden en incomplete dossiers, gaat de mensen die deze antwoorden en dossiers opsturen steeds minder vertrouwen en zich dus steeds meer als een rechercheur gedragen. Sterker nog, het is de plicht van een Kamerlid om het kabinet te controleren. Alle 150 Kamerleden hebben beloofd of zelfs gezworen dat zij de plichten die hun ambt hun oplegt getrouw zullen vervullen. Een van die plichten is het zorgvuldig controleren van het overheidsbeleid.
In deze taak wordt de Kamer al jaren gefrustreerd. Iemand die dat aan de kaak stelde, is Omtzigt. Dat juist hij onderwerp werd van het gesprek tussen Rutte en Jorritsma riep terecht verontwaardiging op bij de rest van de Kamer en vooral bij de oppositie.
Gerechtigheid
In een artikel (RD 7-4) werd gesteld dat christelijke partijen hadden kunnen laten zien wat vergeving in de politiek betekent. Mededogen, mildheid en vergevingsgezindheid mogen zeker van een christelijke partij worden verwacht. Tegelijk is aan het eind van zo’n debat de politieke vraag wel of er nog voldoende vertrouwen is om met Rutte door te gaan. Kan de Kamer verder met een premier die beterschap voor zijn politieke fouten beloofde, maar een week na de verkiezingen rustig zat te speculeren over een andere positie voor het Kamerlid dat hem op deze fouten wees? Kan de Kamer verder met een regeringsleider die zich drie dagen na een gesprek niet meer kan herinneren wat hij precies zei? Kan de Kamer erop vertrouwen dat hij de structuurfouten die het toeslagenschandaal heeft blootgelegd, gaat herstellen?
De kernvraag is namelijk of Rutte de gerechtigheid als drager onder het overheidsbeleid kan herstellen. Juist christelijke partijen hebben de roeping om de regering aan te spreken op haar verantwoordelijkheid om de gerechtigheid te bevorderen. Volgens Augustinus markeert gerechtigheid de scheidslijn tussen koninkrijken en grote roversbenden. Daar past waakzaamheid.
Er valt veel voor te zeggen om een motie van wantrouwen te steunen tegen een premier die zijn controleurs liever op een andere plek ziet. Zo iemand kan niet geloofwaardig bijdragen aan herstel van gerechtigheid.
De auteur is theoloog en actief in de lokale en provinciale politiek.