Waar is bereidheid tot vergeving in Tweede Kamer?
Christenen dienen ook in het politieke bedrijf een houding van vergevingsgezindheid aan te nemen. Geef Rutte daarom ruimte voor herstel van vertrouwen.
Wat bedoelen politici als ze zeggen: „Ik begrijp het niet, ik geloof het niet?” Deze vraag hield me bezig naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer op Witte Donderdag, de dag dat we ”in de geest” deelnemen aan het laatste avondmaal en onze voeten gewassen worden door Jezus.
Deze vraag hield me bezig omdat de uitleg van de verkenner Kasja Ollongren zo helder als glas was. Ik zag deze ex-verkenner een overtuigend en geloofwaardig verhaal houden. Ja, dit begrijp ik, zo zou het inderdaad gebeurd kunnen zijn.
Als vervolgens de woordvoerders van vrijwel alle politieke partijen blijven roepen het niet te begrijpen of te geloven, blijven naar mijn begrip de volgende opties over: of het collectieve IQ van de volksvertegenwoordigers is door de emotie zodanig gekelderd dat men er niet meer bij kán, of, en dat is waarschijnlijker, men wíl het niet begrijpen of geloven. Tegen niet-willen-geloven of niet-willen-begrijpen is geen kruid gewassen.
Gesprek stokt
Als we vervolgens doorvragen naar de motieven waarom mensen niet willen begrijpen of geloven, komen we in moerassig gebied. Zo moerassig en ondoorzichtig als de overleggingen van het menselijk hart zijn, laat staan de overleggingen van vele harten bij elkaar.
De veelgehoorde beschuldiging ”u liegt, meneer de minister-president” komt dan wel in een bepaald ‘nachtlicht’ te staan. Of de minister-president dan nog een beroep doet op eer en geweten, maakt niet meer uit. Het gesprek stokt ook. Je kunt immers niet anders dan ontkennen of bekennen. De beschuldiging móet blijven staan: u liegt! De uitkomst staat immers al vast: Rutte moet weg!
Wij kunnen niet in het hart van mensen kijken, ook niet in het hart van de minister-president. Dat hoeft ook niet en daar gáát het mij ook niet om. Het gaat mij ook niet om de (on)wenselijkheid van een bepaalde bestuurscultuur of de zogenoemde ”Rutte-doctrine”.
Witte Donderdag
Waar het mij wel om gaat? Om de houding die wij als christenen –ook in het politieke bedrijf– hierin aannemen. En dat nota bene op een Witte Donderdag. De dag dat Jezus ons een voorbeeld tot navolging heeft nagelaten: voeten wassen, dienstwerk doen, bukken voor elkaar. Is er dan in de Tweede Kamer geen ruimte om vergevingsgezind te zijn? Is er geen ruimte voor ”herstel van vertrouwen”, past dat niet in de wereld van de politiek? Als dát niet zou kunnen, dan heeft een christen niets in Den Haag te zoeken.
Was Witte Donderdag nu bij uitstek niet de dag om met een ‘teiltje water’ de volksvertegenwoordigers langs te gaan en hun voeten te wassen, te beginnen bij de minister-president? Of zijn we zo in machtsverhoudingen ingekapseld dat we niet eens meer beseffen wat past bij discipelschap?
Dwazen om Christus’ wil
Naïef? Dwaas misschien? Leven we niet in een tijd die roept om dwazen om Christus’ wil? Dan hoeven we het niet zo bont te maken als de heilige Simeon uit Syrië (zesde eeuw), die zich letterlijk identificeerde met de meest verachtelijken van zijn tijd en deed alsof hij ‘gek’ was, om het in rond Nederlands te zeggen. Maar toch. Wat extra zout zou onze maatschappij goed doen!
De auteur is psychiater.