Weer minder leerlingen en onderwijzenden op school
Op de scholen waren in de afgelopen twee weken gemiddeld 78 procent van de leerlingen aanwezig en 87 procent van de leerkrachten. Dat meldt de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) op basis van een peiling onder duizend schooldirecteuren, die ze regelmatig houdt om de gevolgen van de coronamaatregelen in de gaten te houden. Op 26 maart ging het om 85 procent van de leerlingen en 89 procent van de leraren en op 11 maart om 90 procent van de leerlingen en onderwijzenden.
De scholen gingen 8 februari weer open, maar de coronamaatregelen eisen daar nog steeds hun tol. Onderwijspersoneel en leerlingen die in contact zijn geweest met iemand die besmet is met het coronavirus moeten vijf dagen in quarantaine. Daarna kunnen ze zich laten testen of nog eens vijf dagen langer in quarantaine blijven.
„Het regelmatig groepen naar huis sturen, zorgt voor extra druk op schoolleiders. Ze zijn zelfs op niet-werkdagen en in het weekend bezig om vervangers te zoeken om zo te voorkomen dat kinderen naar huis moeten of er geen onderwijs kan worden verzorgd”, zegt AVS-voorzitter Petra van Haren. Soms moet een hele klas in quarantaine, soms alleen de leerkracht, maar vervanging vinden valt niet mee in deze tijd van schaarste aan leerkrachten. Als het niet lukt, moet daarom de klas naar huis.
„Het maakt de roep nog sterker om het onderwijspersoneel een vooruitgeschoven plek te geven in het vaccinatieprogramma”, vindt de AVS. „Om de werkdruk op het onderwijs te verlichten en de kwaliteit van onderwijs te bewaken, pleiten we er al sinds november voor om zo snel mogelijk sneltesten in te zetten voor scholen. Die komen deze maand als zelftesten, maar nog veel liever willen we dat al het onderwijspersoneel wordt gevaccineerd. Dan is er veiligheid en weten we dat het onderwijs zoveel mogelijk door kan gaan en leerlingen en leraren niet onnodig thuis zitten met alle gevolgen van dien.”