Volledige transparantie in formatie niet wenselijk
Formatiedokter Tjeenk Willink is aan de slag. Vorige week ontving hij als aftrap in zijn spreekkamer de zeventien fractieleiders. Het is de bedoeling dat hij na drie weken een document produceert dat zowel een diagnose als een remedie bevat.
In dat document zal het draaien om een breed gewenste nieuwe bestuursstijl: doorzichtiger, minder coalitiedwang, minder achterkamertjes. Partijen die elkaar op dat punt kunnen vinden, kunnen mogelijk samen een nieuw kabinet gaan vormen.
Mooi bedacht. En dat er rond dit thema –na alles wat er de laatste tijd aan het Binnenhof is gebeurd– enkele goede voornemens op papier gezet moeten worden, staat buiten kijf. Wel is het daarbij belangrijk dat de Haagse politiek zich hoedt voor het voeden van onrealistische verwachtingen.
Dat gevaar bestaat vooral als men al te royaal schermt met de modeterm transparantie, een bekend begrip uit de categorie hoerawoorden (niemand kan ertegen zijn). Wie transparantie tot het één en het al verklaart, loopt op allerlei terreinen vast.
Dat zagen we vorige week al gebeuren bij de onterechte kritiek op informateur Tjeenk Willink, nadat hij verklaard had niet per se alle gespreksverslagen openbaar te willen maken. Foute boel, foeterden sommigen. Zo raakte je toch nooit verlost van de achterkamertjes?
Maar dat is natuurlijk onzin. Volledige transparantie in alle vormen van menselijke omgang is onhaalbaar en ongewenst. Wie onderhandelt, wil gewoon niet dat zijn eerste, tweede of derde bod meteen of al snel daarna op straat ligt, zodat vriend en vijand hem daarop kan pakken of afrekenen. Zo kan er niet effectief onderhandeld worden. En wie toch álles genotuleerd wil hebben, dwingt onderhandelaars ertoe hun toevlucht te nemen tot het informele circuit.
Die stellingname afdoen als oude politiek of als een opvatting van de gevestigde orde, is een misvatting. Dat maakten de oud-GL-senatoren Van der Lans en Thissen vorige week overtuigend duidelijk in de Volkskrant. De portee van hun betoog: verabsoluteer het ideaal van transparantie niet. Er zijn méér waarden en doelstellingen die voor politici en bestuurders van belang zijn.
In de politiek gaat het er uiteindelijk om of partijen tot elkaar kunnen komen in een werkbare coalitie. Er moet een gezamenlijk antwoord gevonden worden op urgente maatschappelijke problemen. Dat is het eerste wat in een formatie bereikt moet worden.
Volledig openbaarheid is daartoe gewoonlijk niet dienstig, ja vaak funest voor de bestuurbaarheid van het land, poneren Van de Lans en Tissen. Bij het dealen en wheelen over complexe en gevoelige vraagstukken kun je nu eenmaal geen pottenkijkers bekijken. Althans, niet in alle fasen van dat proces. En zeker niet in de huidige, oververhitte mediacultuur.
Een woord op zijn tijd.