Waarlijk opgestaan
Lukas 24:34
„De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien.”
Sommige mensen hebben de verrijzenis van de Heere gezien, anderen hoorden erover vertellen, maar hechtten er geen geloof aan. Zij worden dan ook terechtgewezen door de Heere, omdat zij geen geloof hechtten aan de verhalen van hen die het zagen en erover vertelden. Wat een geweldige gunst schonk God met Zijn terechtwijzing aan de volkeren en aan de mensen die veel later zijn geboren! Wat schonk God dan aan de mensen die nu de kerken van Christus vullen? De heilige apostelen hebben aan Christus’ zijde gelopen. Zij hebben het woord van de waarheid uit Zijn eigen mond vernomen. Zij hebben Hem doden zien opwekken. Toch geloofden zij niet dat de Heere was verrezen. En wij dan? Wij zijn veel later geboren en hebben Hem nooit in levende lijve gezien. Wij hebben Hem Zelf nooit een woord horen spreken. Wij hebben met onze eigen ogen Hem geen enkel wonder zien verrichten. Toch geloofden wij wel toen wij de geschriften hoorden voorlezen van hen die destijds niet wilden geloven. De allerlaatste gebeurtenis die hun werd verteld, geloofden ze niet. Zij hebben het beschreven om het ons te laten lezen. Wij hebben het gehoord en wij geloven. Maar de Heere Jezus wilde niet aan alle Joden verschijnen: zij waren het in Zijn ogen niet waard om Christus de Heere na de verrijzenis te zien.
Aurelius Augustinus, bisschop te Hippo
(”Preek voor de eerste week van Pasen”, ca. 420)