Binnenland

Gemoederen lopen op tijdens verhoor kroongetuige Marengo

Het verhoor van kroongetuige Nabil B. in het liquidatieproces Marengo is woensdagmiddag ontaard in een felle discussie tussen de rechtbank, enkele verdachten onder wie hoofdverdachte Ridouan Taghi, advocaten, het Openbaar Ministerie en de kroongetuige zelf.

ANP
7 April 2021 15:10Gewijzigd op 7 April 2021 16:31

De gemoederen liepen al hoog op toen het de beurt was aan verdachte Mohamed R. om vragen te stellen. R. hoopt de kroongetuige te kunnen ontmaskeren als leugenaar. Voorheen waren de twee goede vrienden van elkaar. De rechtbank nam een korte pauze om de rust te laten wederkeren, maar dat was van korte duur toen Taghi vervolgens vragen ging stellen aan de kroongetuige.

B. heeft verklaard dat hij en Taghi elkaar goed kenden, dat ze ‘een klik’ hadden met elkaar. Taghi ontkende dat stellig. „Ik ken deze man niet. Ken je mijn familie, hebben we elkaars telefoonnummer, zijn we ooit samen met de auto ergens heengegaan? We hebben hier met een leugenaar te maken.” Dat Taghi en B. ooit samen hebben geschaakt, hoorde Taghi hoofdschuddend aan. „Daar heb ik geen actieve herinnering aan, net als Rutte”, zei hij verwijzend naar een de uitspraak van premier Mark Rutte.

Mohamed R. probeerde B. het vuur aan de schenen te leggen met een reeks vragen over onder meer oplichtingspraktijken en in brand gestoken auto’s. Het doel van die vragen was om aan te tonen dat er geen sprake is van een grote drugsbende, wat de kroongetuige zegt en het OM meent. Waarom zou B. zich anders bezighouden met dit soort kruimeldiefstal, aldus R…

B. trok bij herhaling de relevantie van de vragen in twijfel, tot ergernis van R., of hij beriep zich op zijn verschoningsrecht. Dat is de getuige toegestaan, als het gevaar bestaat dat hij zich met antwoorden strafrechtelijk in de problemen brengt.

Kroongetuige B. heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat hij goed van de tongriem is gesneden en zijn mannetje staat, ook als het er stevig aan toegaat in de ondervraging. B. deinst er ook niet voor terug om andere procesdeelnemers terecht te wijzen, tot aan de rechtbankvoorzitter toe. Die verweet hij dat hij niet zou weten waarover de kroongetuige wel verplicht is te verklaren en waarover niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer