TenneT ziet kosten voor volgelopen elektriciteitsnet stijgen
Het vollopen van het elektriciteitsnet was vorig jaar een grotere kostenpost voor TenneT. Als het aanbod lokaal te groot wordt voor de capaciteit van het stroomnet, kan de netbeheerder elektriciteitsproducenten betalen om tijdelijk wat minder te leveren. Mede door dit soort afspraken was TenneT ruim een kwart meer kwijt aan oplossingen voor opstoppingen op het Nederlandse hoofdnet.
TenneT was vorig jaar in totaal 77,6 miljoen euro kwijt aan het oplossen van opstoppingen op het Nederlandse hoofdnet. Dat is een stijging van 27 procent ten opzichte van 2019, schrijft de hoofdnetbeheerder in een terugblik op 2020.
De snelle opkomst van duurzame energie is een van de redenen dat TenneT vaker moet ingrijpen om het stroomnet niet te laten vastlopen. Naar schatting steeg de elektriciteitsproductie met zonnepanelen en windmolens met 40 procent, onder andere door de ingebruikname van windpark Borssele voor de Zeeuwse kust en de komst van veel zonneparken. Maar het hoogspanningsnet is nog lang niet overal berekend op alle extra aansluitingen van zonne- en windparken.
De coronapandemie had ook zijn weerslag op de elektriciteitsmarkt, meldt TenneT in zijn marktupdate. De gemiddelde elektriciteitsprijzen op de groothandelsmarkt lagen 19 procent lager. Met name in het tweede kwartaal van 2020, toen vrijwel alle Europese landen overgingen tot lockdowns, daalden de prijzen hard doordat het bedrijfsleven en de industrie minder verbruikten.
Te midden van die crisis werd Nederland voor het eerst sinds 1981 netto-exporteur, wat betekent dat ons land meer stroom exporteerde dan importeerde. Naast zonneparken en windmolens steeg ook de productie met gascentrales. Die energiebronnen konden beter concurreren met vervuilende kolencentrales over de grens, die steeds duurder uit zijn door de steeds hogere prijs die ze moeten betalen voor hun CO2-uitstoot.