Tbs’er ontkent moordpoging op medewerkster Oostvaarderskliniek
De 32-jarige Floris van der B. wordt verdacht van een moordpoging op een medewerkster van de Oostvaarderskliniek in Almere. Hij heeft haar volgens de officier van justitie proberen te vermoorden door met een mes in haar hoofd en nek en longstreek te steken. Van der B. ontkent dat hij de bedoeling had de sociotherapeut te doden, zei hij woensdagmiddag in de rechtbank in Lelystad.
Het steekincident gebeurde op 7 september vorig jaar in de tbs-kliniek. „Ik heb inderdaad gestoken”, bekende Van der B. in de rechtbank. Hij herinnert zich haar vier keer gestoken te hebben in de personeelskamer van de kliniek. Getuigen vertelden de politie achteraf dat het er meer op leek dat hij op haar heeft ‘ingehakt’.
„Ik weet nog dat ik haar in de arm probeerde te steken. Ze draaide weg in ik raakte haar in de rug of schouder, dat is wat ik me herinner”, zegt de verdachte. Het slachtoffer had twaalf steekwonden aan de rug, hoofd, nek en schouders. Haar genezingsproces duurt minimaal zes maanden en ze is nog arbeidsongeschikt.
Van der B. zegt dat hij niet de bedoeling had de sociotherapeut om het leven te brengen: „Als ik dat had gewild, had ik wel een groter mes gepakt.” Over zijn motief zegt hij: „Ik had de controle niet over mezelf. Maandenlang heb ik me heel slecht gevoeld. Ik werd beperkt in mijn vrijheid en er werden valse dingen over me gerapporteerd. Er gebeurden allemaal dingen die me stress opleverden. Ik sliep slecht en door het slaaptekort ben ik in een psychose terechtgekomen.”
Van der B. zegt dat hij bij zinnen kwam zodra een toegesnelde kliniekmedewerker hem toeriep „Floris, stop!”. „Toen ik de controle terugkreeg, heb ik het mes laten vallen.” Een psychiater en psycholoog concludeerden dat de autistische Van der B. een waanstoornis kreeg als gevolg van conflicten met de medewerkers van de kliniek. Ze achten hem volledig ontoerekeningsvatbaar.
Het slachtoffer volgt intensieve traumatherapie. Ze wacht nog op een operatie aan haar ooglid, omdat ze nu haar oog niet kan sluiten. „Ik ben een heel ander persoon geworden”, zei ze in haar slachtofferverklaring. „Tot 7 september was ik een jonge vrouw die vrolijk in het leven stond en niets was me te veel.” Na het incident ontwikkelde ze angstgevoelens. „Ik ben nu snel overprikkeld. Terug op mijn werk voelde ik niets anders dan angst. Patiënten kon ik niet meer vertrouwen. Dit werk is mijn passie, ik ben erg bang voor de toekomst.”
Het slachtoffer pleit voor een gevangenisstraf naast tbs. „Hij heeft bewust mijn leven verwoest. Zonder gevangenisstraf voelt het alsof mijn leven niets waard is. Hoever mag ontoerekeningsvatbaarheid gaan?”