Column (Rina Molenaar): Feest
Als ik met mijn stempas naar de stembus ga, geeft dat me altijd een feestgevoel. Zo ook op woensdag 17 maart: Nederland kiest!
Verkiezingen zijn de basis van ons democratische stelsel. De lange lijst met kandidaten, de stempas en het rode potloodje horen allemaal bij het feestelijke ritueel. Verkiezingsdag is voor velen terecht een feestdag. Dat feestgevoel over de verkiezingen is door de jaren heen gegroeid. Dat heeft alles te maken met het besef dat de basiswaarden van vrijheid, eerlijkheid en democratie niet overal vanzelf spreken.
Onderweg naar de stembus besef ik meer dan ooit dat stemmen in rust en vrijheid niet op alle plaatsen normaal is. In gedachten passeren gesprekken uit de afgelopen week de revue. Gespreken met mensen in landen waar verkiezingen geen feest van democratie zijn, maar eerder een haard van onrust en rellen. Kwetsbare landen waar verkiezingen veelal hand in hand gaan met spanning en destabilisatie. De feestvreugde die het stemmen met zich mee zou moeten brengen, wordt in delen van de wereld overschaduwd door de nasleep van oneerlijke uitslagen en het slaags raken van bevolkingsgroepen.
Soms zijn er niet eens verkiezingen nodig om de ogenschijnlijke rust en vrijheid te verstoren. Neem Burkina Faso: in 2014 liepen de straten vol met joelende jongeren die van hun president af wilden. Al 27 jaar voerde Blaise Compaore daar een dictatoriaal bewind. De jongeren zagen hun land steeds verder wegglijden. Ze waren dat meer dan zat en wilden een eerlijk bewind.
Ik kan nog wel een paar landen noemen waar vrijheid en eerlijkheid ver te zoeken zijn. Landen waar de democratische ruimte eerder afneemt dan toeneemt. Landen waar mensenrechten onder druk staan.
Terug naar de stembus. Bij aankomst is het er rustig en mijn stem is snel gegeven. Het feestelijke ritueel is dit jaar ook weer snel voorbij. Het wachten is nu op de uitslag. De eerste berichten volgen in de avond. „De kiezer heeft gesproken”, hoor ik bij monde van verschillende politici. Verliezers geven hun nederlaag ruiterlijk toe en feliciteren de winnaars ruimhartig. Het kenmerk van een gezonde democratie.
De ”day-after” volg ik het nieuws met interesse. Aan het begin van de avond spreek ik samen met twee collega’s met dr. Somé uit Burkina Faso. In zijn land waren er in november 2020 verkiezingen. De zittende president Roch Kaboré werd herkozen. Met veel verve zet hij zich in om de stem van met name de jonge kiezers zo serieus mogelijk te nemen. Dr. Somé is een hoge ambtenaar en kreeg van de president een bijzondere opdracht: het schrijven van het zogenaamde nationale presidentiële plan rond werkgelegenheid voor de jeugd. Dr. Somé weet ons te vinden en vraagt ons mee te schrijven aan het plan. Hij bevraagt ons op visie en aanpak. „Wil je in een land vrede? Dan zul je moeten investeren in de jeugd en daaraan stabiliteit en hoop moeten geven!” is zijn devies.
„Verantwoordelijke burgers een stem geven die nu nog niet altijd wordt gehoord!” vullen wij aan. Het klinkt me, zeker na de perikelen in Burkina Faso van een aantal jaren geleden, als muziek in de oren. In Den Haag zijn de verkenners inmiddels aan het werk en ook zij proberen de stem van de kiezer zo serieus mogelijk te nemen. De Haagse perikelen liepen hoog op toen er aantekeningen van een verkenner naar buiten kwamen. De Kamer eist verantwoording over de gang van zaken.
Bij de formatie die nog volgt, zal ook de gebruikelijke verantwoording naar de Tweede Kamer plaatsvinden. Het toont aan dat we te maken hebben met een gezonde democratie. Voor ons is dat heel normaal. Gelukkig zien we dat het ook in Burkina Faso steeds normaler wordt. Ondanks toenemend terrorisme in het noorden laat dit land zijn kracht in democratisering zien.
Toen ik op 17 maart het rode potloodje vasthield en mijn keuze maakte, liet ik mijn stem horen. Het gaf me een feestgevoel! De dag erna kreeg ik samen met collega’s van dr. Somé de kans mee te werken aan het nationaal werkgelegenheidsplan.
Mede door dit plan bouwen we door aan de democratie Burkina Faso, het land van de oprechte mensen. Mijn feestgevoel was niet te stuiten en is nog steeds niet weg.
De auteur is directeur-bestuurder bij Woord en Daad.