Noorwegen blokkeert verkoop Rolls-Royce-dochter aan Russen
Noorwegen verbiedt Rolls-Royce om een Noors dochterbedrijf in scheepsmotoren aan een Russische onderneming te verkopen. Volgens de Noorse minister van Justitie Monica Mæland kleven er te veel risico’s voor de nationale veiligheid aan de voorgenomen transactie.
Rolls-Royce maakte vorige maand bekend het Noorse Bergen Engines te willen verkopen aan TMH, een Russische fabrikant van treinlocomotieven en ander materieel voor spoorvervoer. Na onderzoek heeft de Noorse regering deze beoogde transactie tegengehouden. Mæland stelt dat het verbod nodig is omdat TMH uit een land komt waarmee Noorwegen geen samenwerking heeft op het vlak van veiligheid. De technologische kennis van Bergen Engines zou van militair strategische waarde zijn voor Rusland.
Bergen Engines pleegt onder meer onderhoud aan scheepsmotoren voor de marine van Noorwegen. Volgens Noorse media is bovendien een schip voor inlichtingendiensten, de Marjata, uitgerust met motoren van het bedrijf.
Met de vorige maand aangekondigde verkoop had Rolls-Royce 150 miljoen euro willen ophalen. Het bedrijf stelt alle benodigde stappen voor goedkeuring van de desinvestering te hebben doorlopen en wacht nog op een formele melding van de Noorse overheid. Door de deal tegen te houden, zorgt de regering volgens Rolls-Royce voor „aanzienlijke onrust” bij Bergen Engines en zijn ruim 900 medewerkers.
Het Britse concern heeft hard geld nodig om de coronacrisis door te kunnen komen. Rolls-Royce, dat onder andere vliegtuigmotoren maakt, is hard geraakt door de malaise die de coronapandemie in de luchtvaart heeft veroorzaakt en sloot 2020 af met een verlies van omgerekend 3,7 miljard euro.
Rolls-Royce hoopt minstens 2 miljard pond (2,3 miljard euro) te verdienen met de verkoop van bedrijfsonderdelen die niet tot de kernactiviteiten behoren. Die doelstelling is ongewijzigd na de Noorse tegenvaller, verzekert het bedrijf.