Hervormingsregering Kosovo kan aan de slag
De Kosovaarse regering van de progressieve hervormer Albin Kurti kan aan de slag. Ruim de helft van het parlement van het balkanstaatje gaf maandagavond goedkeuring aan het nieuwe kabinet dat wordt gedomineerd door Kurti’s partij Vetevendosje (Zelfbeschikking).
Vier van de veertien ministers zijn vrouwen, die leiding gaan geven aan onder meer het departement van Justitie en Economische Zaken. Een etnische Serviër is benoemd als minister die gaat over gemeenten en terugkerende Kosovaren.
De 45-jarige Kurti beloofde dat 60 procent van de bevolking van 1,8 miljoen „binnen een jaar” immuniteit heeft tegen het coronavirus. Het arme land heeft nog niet veel vaccins kunnen veiligstellen. Zij partij beloofde tijdens de campagne „banen en gerechtigheid” naar Kosovo te brengen.
Kurti was vorig jaar al een klein half jaar regeringsleider van het land dat Servië nog altijd claimt als een provincie. Kurti, die bekend werd als mensenrechtenactivist in de Servische tijd, had van partijgenoot en waarnemend president Glauk Konjufca de opdracht gekregen een regering te vormen.
Konjufca werd maandag verkozen tot parlementsvoorzitter en interim-president. Zij wordt naar verwachting het volgende staatshoofd. Die post is vacant sinds Hashim Thaçi in november ontslag nam na te zijn aangeklaagd voor oorlogsmisdaden door het Kosovo-tribunaal in Den Haag. Thaci, voormalig kopstuk van het Kosovaarse Bevrijdingsleger (UÇK), zegt onschuldig te zijn.
Servië beschouwt Kosovo met zijn huidige Albanese meerderheid als bakermat van de Servische natie en Servisch-orthodoxe kerk. Kosovo kwam in 1999 los van Servië na militair ingrijpen van de NAVO en werd in 2008 officieel onafhankelijk. Dat wordt door een groot aantal landen erkend, inclusief Nederland.
De verwachting is dat de EU en de VS Kurti naar de gesprekstafel dirigeren met het oog op betere relaties met Servië. „Zonder de erkenning van de realiteit van een onafhankelijk Kosovo en de aanvaarding van die waarheid door Servië kan er geen normalisering zijn van de relaties tussen de twee volken en de twee staten”, zei Kurti.