Slob zal tv-programma met bloot niet tegenhouden
Minister Slob van Mediazaken ziet geen mogelijkheden om uitzending van een NPO-programma te voorkomen waarin kinderen vragen kunnen stellen aan naakte volwassenen.
„Vanuit mijn positie als minister voor Media is het niet aan mij om de inhoud van programma’s te beoordelen. Dat past bij de (grond)-wettelijke vrijheid van meningsuiting en onafhankelijkheid van de media. Die onafhankelijkheid van de publieke omroep is een groot goed.” Dat schrijft de bewindsman in antwoord op vragen van SGP-fractievoorzitter Van der Staaij.
De SGP’er stelde enkele weken geleden kritische vragen over het tv-programma. Volgens Van der Staaij is het programma „pedagogisch onverantwoord” en „volstrekt overbodig.” Er zijn naar de mening van het Kamerlid andere respectvolle mogelijkheden om leerlingen een realistische kijk op het menselijk lichaam te geven.
Slob wijst erop dat bij de samenstelling van het programma gebruik is gemaakt van het Rutgers, Kenniscentrum Seksualiteit. Het programma zou geschikt zijn voor kinderen van alle leeftijden.
Als er klachten zijn over een programma van de publieke omroep kunnen ouders en andere belanghebbenden bij diverse instanties terecht, zo suggereert de minister. Bij het Nicam, dat verantwoordelijk is voor de Kijkwijzer, kan een klacht ingediend worden wanneer iemand vindt dat een specifiek programma schadelijk is voor jongeren onder de 16 jaar. Voor klachten over journalistieke producties van de publieke omroep kan iemand terecht bij de NPO Ombudsman.
Of een klacht bij het Nicam tot iets leidt, is nog maar de vraag. De programmamakers hebben vooraf met het Nicam overlegd. Het instituut stelde vast dat het programma „geen schadelijke elementen bevat zoals geweld, seks, discriminatie, grof taalgebruik of angstaanjagende beelden.”
Slob voegt eraan toe dat dit oordeel niet betekent dat het televisieprogramma ook zonder meer geschikt is voor kinderen van alle leeftijden. „Kijkwijzer waarschuwt alleen voor mogelijk schadelijke beelden in televisieprogramma’s of films. Uiteindelijk bepalen ouders en verzorgers zelf waar hun kinderen naar mogen kijken of de leraar in geval van vertoning in een klas.”