Angst en achterdocht in de Achterhoek
„Niet te filmen.” Hoofdschuddend staat Ruud Span te kijken naar een uitgebrande stal aan de overkant van de weg. „Wat iemand toch bezielt om een koeienstal in de fik te steken. Nu zijn de koeien nog gered, maar dat kan ook anders aflopen.”
De brand in de Loerbeekse stal afgelopen donderdag is hoogstwaarschijnlijk de zoveelste misdaad van een pyromaan die al een halfjaar de Achterhoek onveilig maakt.
„Ze belden mij vanmorgen vroeg op omdat ze dachten dat mijn schuur in de fik was gevlogen. Maar het was de stal van de overbuurman.” Span, die zelf in het dorp woont, is onmiddellijk na het telefoontje naar de plek des onheils gereden. „Het wemelde er al van de politie. Toen ik naar mijn schuur wilde, ben ik wel twee keer aangehouden. Agenten wilden weten wie ik was en wat ik hier deed. Pas nadat de buren vertelden dat ik hier werkte, mocht ik weer doorlopen.” De politie controleert toeschouwers omdat de brandstichter ertussen kan staan om van het ’resultaat’ van zijn daad te genieten.
Wie de brandstichter is, is tot op heden onbekend. Vaststaat wel dat hij zeer voorzichtig te werk gaat. Span: „Mijn vrouw is gisteravond wel twaalf keer gebeld. Zodra ze de telefoon oppakte, werd de hoorn erop gegooid. Ik vermoed dat de pyromaan wilde weten of wij thuis waren. Als zij niet had opgenomen, zou mijn schuur misschien wel afgebrand zijn.”
De Loerbeker ging na de brand onmiddellijk aan de slag om het terrein waar zijn schuur op staat beter te beveiligen. „Sinds de pyromaan actief is, doen wij het hek op slot. Ook hebben we rondom het terrein stroomdraad gespannen. Nu ben ik bezig een coniferenheg te poten.”
Na de stal in Loerbeek op donderdag ging zondagmorgen een loods in Westendorp in vlammen op. Woordvoerder Anton de Ronde van de regiopolitie Noord-Oost Gelderland schrijft beide branden op het conto van de pyromaan. „We zitten nu op ruim tien.” Regionale kranten hebben het echter over 25 tot 30 verdachte branden. De Ronde: „Heel jammer, want ze zaaien daarmee extra onrust onder de boeren.”
De woordvoerder wil heel weinig kwijt over het politieonderzoek. Zelfs het aantal rechercheurs dat op de zaak gezet is, houdt hij geheim. „Ook over onze werkwijze zeg ik niets, want pyromanen lezen ook kranten.
Wij zijn heel afhankelijk van tips van de mensen in het buitengebied. Zij zijn wel alert, maar als zij ’s nachts een verdachte auto zien rijden, geven ze in veel gevallen het kenteken niet door. Wij kunnen in zo’n groot gebied als de Achterhoek niet op elk boerenweggetje surveilleren.”
Tot voor kort werd een oude, roestbruine Mercedes Benz in verband gebracht met de dader. De auto werd op verschillende locaties dicht bij de branden gesignaleerd. De recherche heeft veel tips gekregen over de bestuurder van de Mercedes, maar De Ronde kan er „in het belang van het onderzoek niets over zeggen.”
De politie vermoedt dat de pyromaan iemand uit de omgeving is, of in ieder geval iemand die de omgeving goed kent. „Het is duidelijk niet iemand die uit Amsterdam komt om hier brand te stichten.”
De Ronde vindt de beveiligingsmaatregelen van Span doeltreffend. „Wij adviseren ook de boel goed af te sluiten. Daarnaast kunnen mensen verlichting met bewegingsmelders aanbrengen. Misschien kunnen ze er ook een belletje op aansluiten.”
Ook een goede waakhond of een troep ganzen kan de boer wekken bij onraad. „Maar ga dan ook kijken als die aanslaan.” De Ronde adviseert om brandbare spullen van het erf te halen en op te bergen. „Dat kunnen ook obstakels zijn voor de brandweer, als die er toch aan te pas moet komen.”
De brandweer in Doetinchem moet de laatste tijd wel erg vaak uitrukken. Toch maakt commandant Van der Ros zich niet bezorgd over de belasting van zijn mannen. „Ik maak me meer zorgen over de getroffen boeren dan over mijn manschappen. Die zijn wel wat gewend.”
Elke nacht slaapt er een ploeg vrijwillige brandweerlieden op de kazerne. „Dat deden we al voordat de pyromaan actief was. Drie jaar geleden begonnen we ermee, omdat we toen ’s nachts vaak veel te laat bij een brand arriveerden. We konden vaak pas na acht minuten uitrukken, terwijl we binnen die tijd eigenlijk ter plaatse moeten zijn. Nu lukt dat in de directe omgeving van Doetinchem wel. Daarbuiten kan het wel eens iets langer duren.”
Het is een feit dat een brandweerman ook een pyromaan kan zijn. Op de site van brandweer Doetinchem laat een spuitgast in ieder geval merken dat hij wel „van een goeie fik” houdt. Commandant Van der Ros beaamt dat „het wel eens een enkele keer voorkomt.” Maar in zijn team verdenkt hij niemand.
Ondertussen wacht de Achterhoekse bevolking angstig en achterdochtig op de volgende brand. Twee buurtbewoners staan te kijken naar brandweerlieden die de stal in Loerbeek aan het nablussen zijn. Een witte stationwagen komt stapvoets voorbijgereden. „Hé, ze hadden het op de radio ook over een witte auto. Schrijf dat kenteken eens op.”