Dat betoogde het moderamen van de generale synode van de CGK dinsdagavond. De zwaarte van de dossiers vergt volgens het synodebestuur een fysieke ontmoeting, waarin men elkaar in het hart kan kijken. „We zijn het aan God en de kerken verplicht om het maximale uit te proberen”, zo benadrukte tweede voorzitter ds. P. D. J. Buijs.

De CGK zijn verdeeld over de vraag of vrouwen predikant, ouderling of diaken mogen worden. De officiële lijn binnen de CGK is dat vrouwen geen ambtsdragers mogen worden, maar sommige gemeenten zijn het daar niet mee eens. Enkele gemeenten hebben vrouwen in het ambt bevestigd of zijn van plan dat te doen.

Het voorstel van het moderamen was om de landelijke vergadering voorlopig (provisorisch) te sluiten, om die in de loop van 2022 weer te openen. Tot die tijd wil het bestuur proberen om de verschillende meningen over vrouw en ambt bij elkaar te brengen.

De synode nam dinsdagavond na een lange, intensieve bespreking het voorstel van het moderamen over om volgend jaar in een of meerdere fysieke vergaderingen een uitspraak te doen. Van de synode stemden 36 leden voor het voorstel en 16 tegen.

Onwenselijk

Ds. M. A. Kempeneers (Katwijk) noemde het moderamenvoorstel „onwenselijk en onverantwoordelijk.” „Uitstel is verlammend en verwarrend. Het zal de voorstanders van de vrouw in het ambt eerder aanmoedigen dan ontmoedigen”, zo vreesde hij.

Ouderling T. van Staveren (Barendrecht) vond dat het voorstel van het moderamen geen recht doet aan de urgentie van de onderwerpen. „Er komt echt niet meer eenstemmigheid. De visies van iedereen zijn helder, alleen besluitvorming zal duidelijkheid geven.”

Ds. A. van der Zwan (Dordrecht) stemde in met de recente oproep van 79 ondertekenaars van een open brief om te zoeken naar eenheid, „maar we moeten niet vergeten waar de oorsprong van de problemen ligt: de aanhoudende ongehoorzaamheid van kerkenraden, ook na de oproep om geen vrouwelijke ambtsdragers te bevestigen, een houding die niet alleen onkerkordelijk is, maar ook ongeestelijk.”

Ds. H. Peet (Sliedrecht) vond het een veeg teken dat de kerken zich niet meer aan eerder genomen besluiten houden. „Als we elkaar niet vertrouwen, wordt de eenheid onder spanning gezet en staat de broederschap onder druk.”

Diaken G. Veuger (Zwolle) vond het echter geen toeval wat de CGK overkomt. „Het uitstel van de synode kan heel goed zijn ingegeven door onze Heere Zelf, namelijk om te zien wat Hij van ons vraagt: dat we één zijn.”

Hier en daar klonk hoop op een doorbraak. Ds. J. Oosterbroek (Dronten): „In de geschiedenis van de CGK hebben we elkaar altijd gevonden rond Schrift en belijdenis; onze onmogelijkheden kunnen Zíjn mogelijkheden zijn.”

Moderamenlid ds. S. P. Roosendaal (Lelystad) wees het woord ”uitstel” af, als zou het moderamen hiermee vertraging willen beogen. „We hebben echt moeite gedaan om ergens in het land fysiek en veilig met vijftig personen te kunnen vergaderen, maar we hebben die ruimte niet gezien. Het is echt onverstandig om belangrijke zaken tijdens een digitale ontmoeting –met een gebrekkige communicatie– te bespreken. We beroven ons van het geestelijk contact dat we in fysieke omstandigheden wel hebben.”

Kerken zullen volgens hem begrijpen dat de CGK in deze ongewone situatie van de coronacrisis nog een jaar nodig hebben, zo meende hij. „We willen snel besluiten, maar niet met grote stappen snel thuis zijn, ten koste van de zorgvuldigheid.”

Ds. Buijs bestreed de gedachte dat het moderamen door zijn voorstel de ongehoorzaamheid aanmoedigt, maar voelde er weinig voor om als synode de kerken opnieuw aan te spreken op eerder genomen besluiten, zoals dat in het verleden is gebeurd. „Het signaal laten we niet nog eens uitgaan.”

Synodepreses ds. J. G. Schenau sloot zich daarbij aan. „Het appel op de kerken blijft gewoon van kracht. Er is geen ruimte voor het voortdurend afwijken van synodebesluiten door plaatselijke kerken. Classes moeten kerkenraden daarop aanspreken.”

Maximaal

Ds. Buijs benadrukte dat het moderamen het maximale wil doen. „We bevinden ons op een cruciaal punt in de kerken. Stel je voor dat het tot een breuk komt, een term die al gevallen is. Dan moet je als kerken en moderamen kunnen zeggen: We hebben het maximale gedaan. Dat zijn we aan de Heere en aan de kerken verplicht. Er zijn meer wonderen gebeurd in de kerkgeschiedenis, laten we er niet te menselijk over denken.”

Ds. Kempeneers verwachtte nog meer „moedeloosheid” op de classes als alles „op zijn beloop” wordt gelaten. Ds. Roosendaal: „We laten niet alles op zijn beloop. Er is geen sprake van een vrije val van anderhalf jaar. Het gaat slechts om een paar maanden. Na 8 juni, wanneer de synode voorlopig wordt afgesloten, gaan we de mogelijkheden verder verkennen.”