Weerwoord: Moet kerk overheid wijzen op onrecht?
Er is in Nederland veel te doen over onrecht dat is aangedaan, ook door overheidsinstanties. Veel burgers kwamen daardoor in moeilijkheden. Heeft de kerk een boodschap aan maatschappelijke problemen?
Meer dan eens wordt de stelling verdedigd dat de kerk zich verre moet houden van de vermelde thematiek, vanwege het gevaar van vermenging tussen het politieke en kerkelijke bedrijf. De kerk moet zich richten op het zielenheil en niet zozeer op recht en maatschappelijk onrecht. De kerk dient op te komen voor thema’s als bescherming van het leven, huwelijk en gezin. Over Bijbelse kernwaarden mogen kerk en christen niet zwijgen.
In het politieke en maatschappelijke leven is de beeldvorming rond kerk en godsdienst grotendeels gestempeld door een beperkt scala van hete hangijzers, die dan bovendien vaak geassocieerd worden met politiek rechts. Dat heeft gevolgen voor de seculiere kijk op het spreken van de kerk in de samenleving. Gemakkelijk ontstaat de beeldvorming dat de kerk niet anders is dan welke belangengroep in de samenleving ook. Allemaal komen ze op voor die zaken die hen raken en die wezenlijk zijn voor hun identiteit, beroep, visie op de samenleving en dergelijke. De kerk wordt dan gelijkgesteld met de andere belangenbehartigers. Het is haar dan blijkbaar niet gelukt om het geheel eigene van de kerk en haar maatschappelijk spreken helder voor het voetlicht te brengen.
We doen er ook in de reformatorische kerken goed aan de hand allereerst in eigen boezem te steken. Veel thema’s zijn in het verleden ten onrechte weggezet als links. Daarbij valt zeker ook te denken aan de strijd tegen onrecht en uitbuiting. We zongen wel met Psalm 146: „Die het recht der armen, der verdrukten gelden doet…”, maar of dat nu ook echt ons hart raakte en een wezenlijk thema was in prediking, catechese en praktijk is zeer de vraag.
Mogelijk zegt iemand dat door zulk activisme de kerk toch niet gebouwd wordt. Hoe zit dat dan? Het gaat echter in oprechte aandacht voor onrecht en uitbuiting niet allereerst om ons activisme, maar om God Die de verdrukte recht doet. Als onze ogen voor Hem geopend worden, blijft verandering van ons hart en leven niet uit. Wie zo in beginsel vernieuwd in de samenleving mag leren staan, kan een zoutend zout en een lichtend licht zijn. Zonder je boven anderen te kunnen of willen verheffen, mag je een kernboodschap doorgeven. Vanuit de levende omgang met het hele Woord krijg je oog voor de blinde vlekken en mogen kerk en samenleving in het bredere perspectief van recht en gerechtigheid worden geplaatst. In lijn met Psalm 82 is het juist een taak van de kerk om overheden erop aan te spreken om recht te doen.
We zullen ervoor moeten waken dat we in ons kerkelijk spreken vooral hameren op het aanbeeld van ”het recht van de kerk”. De samenleving is allergisch voor de eigen plaats die de kerk krachtens haar wezen heeft. Dat hangt samen met de secularisatie en met het feit dat het kerkelijk spreken mogelijk niet steeds een woord op zijn tijd was. Tijdens de Opstand in de Nederlanden (Tachtigjarige Oorlog) wees men erop dat kerk en christen vaak geroepen worden om onrecht te lijden. Ook gaf men toen klip-en-klaar aan dat de kerk zich nooit mag laten verleiden om onrecht aan te doen. Daartegen mag en moet de kerk in verzet komen. Dan heeft zij een wezenlijke profetische roeping te vervullen. Als de kerk meer het theologisch en maatschappelijk belang van de strijd tegen onrecht en uitbuiting inziet, zal het geen vraag meer zijn of zij haar stem daartegen verheft. Ze hoort en gehoorzaamt de oproep: „Profeet, sta op!” Nu onze samenleving op een kantelpunt staat, is ootmoedig, getuigend spreken van het allergrootste belang. De kerk van de Reformatie heeft dat door genade in kritieke tijden mogen beoefenen. Dat is toen vruchtbaar gebleken en zal ook nu niet zonder zegen blijven.
De auteur is emeritus hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Weerwoord gaat in op vragen over het christelijk geloof. >>rd.nl/weerwoord