Het Ottomaanse Rijk is overal
In een tijd waar de Turkse president openlijk verlangt naar een herstel van het Ottomaanse Rijk van weleer, verscheen een vuistdik boek dat duidelijk maakt dat de invloed van dat rijk tot vandaag de dag doorwerkt – tot in het protestantisme aan toe.
Het boek van hoogleraar aan Yale Alan Mikhail heet ”Gods schaduw”. Dat was een van de bloemrijke titels van Selim I (1470-1520), sultan van het toen snel uitdijende Ottomaanse Rijk. Een andere, wat minder pretentieus, luidt ”Selim de Grimmige”, een titel die hij te danken heeft aan zijn ongeëvenaarde militaire campagnes, waardoor hij het Ottomaanse Rijk tot een van de grootste wereldmachten aller tijden maakte. Bij zijn dood in 1520 was het Ottomaanse Rijk een gigantisch kalifaat dat delen van drie continenten omspande: Europa, Azië en Afrika.
Maar dit boek gaat over veel meer dan alleen sultan Selim. Het gaat over zijn tijd, over Europa, over de ontdekking van Amerika. En met al die dingen heeft Selim te maken. Alan Mikhail zet het treffend neer in zijn inleiding: het Ottomaanse Rijk was bepalend voor veel meer dan wij denken. Van Luthers Reformatie tot Columbus’ ontdekkingstochten: linksom of rechtsom speelde het Ottomaanse Rijk een rol.
Mengelmoes van culturen
De schaduw van het Ottomaanse Rijk in het algemeen en van Selim in het bijzonder valt dus nog steeds over de wereld van vandaag, stelt Mikhail. Maar waaruit blijkt dat dan? Het is die vraag die Mikhail in de bijna 600 pagina’s van zijn boek probeert te beantwoorden. Dat doet hij op een revisionistische manier: hij herschrijft het gebruikelijke geschiedenisverhaal van de laatste 500 jaar, dat vooral gekenmerkt wordt door het paradigma van de opkomst van het Westen. In plaats daarvan schetst hij hoe niet het Westen maar het Ottomaanse Rijk van Selim en de islam in het algemeen de vormende kracht is geweest die onze wereld heeft gemaakt tot wat hij vandaag is.
Nu betrof dat een rijk dat uit een mengelmoes van culturen bestond. Het Ottomaanse Rijk was kosmopolitischer dan de Arabische kalifaten ooit waren geweest. Het was zelfs gebruikelijk dat potentiële troonopvolgers niet bij wettige echtgenotes maar bij doorgaans buitenlandse haremvrouwen werden verwekt. Dat was ook het geval bij Selim: zijn moeder was een christelijke vrouw uit Albanië die aan de harem van Selims vader was toegevoegd. Ook veel soldaten hadden andere dan Turkse wortels. Zo plukten de Ottomanen regelmatig tienerjongens van de straat (vaak christenen) om hen te bekeren tot de islam en van hen elitesoldaten te maken.
Lange tijd was het Ottomaanse Rijk zelfs het rijk met het grootste aantal christenen ter wereld: de leiders mochten dan wel overwegend moslim zijn, maar de bevolking was dat (nog) niet. Pas door de veroveringen van Selim kreeg het Ottomaanse Rijk voor het eerst meer moslims dan christenen als onderdanen.
Mikhail toont aan hoe het leven van christenen er soms zelfs op vooruitging als de Ottomanen de boel overnamen. Het Ottomaanse Rijk was relatief goed in het bieden van bescherming, in het bewaken van handelsbelangen en in het creëren van maatschappelijke rust – in elk geval in de late 15e eeuw.
Ook Joden hadden het in het Ottomaanse Rijk een stuk beter dan in het Europa van die tijd, waar pogroms en gedwongen bekeringen veelvuldig voorkwamen. Helaas heeft Mikhail er een handje van om die tegenstelling wat al te dik neer te zetten. Er zijn genoeg voorbeelden dat antisemitisme ook in het Ottomaanse Rijk onder Selim welig tierde. En dan hebben we het nog niet over moslims van andere kleuren, zoals de safawiden en mammelukken. Selim, niet voor niets ”de Grimmige”, is in de eerste plaats bekend komen te staan om de wrede manier waarop hij deze islamitische bevolkingsgroepen afslachtte en hun rijken overnam.
Kruisvaarders
Hoe overtuigend is de alternatieve geschiedschrijving die Mikhail biedt? Hij heeft sterke argumenten voor zijn centrale these dat de Ottomanen en de islam veel bepalender zijn voor de geschiedenis dan we altijd dachten.
Glashelder wordt dat niemand om het Ottomaanse Rijk heen kon in de late 15e en 16e eeuw. De auteur heeft gelijk dat de bril van de geschiedenis te vaak is gericht op de opkomst van Europa, terwijl de Ottomanen de onbetwiste machtsfactor vormden. Dat blijkt ook wel uit primaire bronnen: de angst in Europa toen de Ottomanen voor Wenen lagen, was enorm. Luther schreef vaak over deze bedreiging, die als buitengewoon reëel werd ervaren.
Ook kan niemand die dit boek leest er nog omheen hoe breed de kruisvaardersgedachte werd gedeeld in de late 15e eeuw. Op ontdekkingsreizen langs de kust van Afrika werden steeds weer nieuwe gemeenschappen moslims ontdekt, waardoor het christelijke Westen er steeds meer van overtuigd raakte „dat het omsingeld was door vijandige islamitische machten en dat er drastische maatregelen nodig waren om het te redden.”
Het is volgens Mikhail onbetwistbaar dat zelfs Columbus’ reis naar Amerika in 1492 in de context van de strijd tegen het Ottomaanse Rijk en de islam geplaatst moet worden. Zonder de altijd maar oprukkende Ottomanen hadden de westerse machten zich niet zo gedrongen gevoeld om andere horizonten te verkennen. Dáárom ging Christoffel Columbus op pad. Dáárom schrijft Mikhail dat Columbus het als zijn heilige plicht was gaan zien „om de moslims, de belangrijkste vijanden van het christendom, uit te roeien.” Hij had „de smaak van moslimbloed flink te pakken gekregen” en was „bezield geraakt door het idee van een heilige oorlog.”
Zelfs het protestantisme zou volgens Mikhail nooit geworden zijn wat het nu is zonder de Ottomanen. Immers, doordat de katholieke koninkrijken hun volle aandacht aan de Ottomaanse dreiging moesten geven, kon de onbekende monnik Maarten Luther in het verre Duitsland werken aan een snelle uitbreiding van zijn gedachtegoed.
En alleen met begrip van Selim I en het Ottomaanse Rijk wordt duidelijk wat de Turkse president Erdogan voor ogen heeft, die zich als geen ander spiegelt aan het beleid van Selim. Erdogan doopte de derde brug over de Bosporus in 2013 niet voor niets de Selim de Grimmige-brug.
Achilleshiel
Het moet gezegd: zo’n Ottomaanse blik op de geschiedenis werkt louterend. Het helpt om de zaken scherp te zien, ontdaan van historische aangroeisels die de blik hebben vertroebeld. Dat is een prestatie van formaat.
Helaas interpreteert Mikhail sommige feiten wel heel creatief om zijn centrale these overeind te houden. Gerenommeerde historici als Caroline Finkel en Cemal Kafadar wezen daar al op in stukken die in academische kringen een heuse „Historikerstreit” hebben veroorzaakt over het boek van Mikhail. Zo concludeert de auteur wel erg makkelijk dat we in het Westen alleen maar koffiedrinken dankzij sultan Selim, die deze drank naar de toenmalig bekende wereld zou hebben gebracht. Of dat mensen als Columbus voortdurend van een strijd tegen de islam bezeten waren.
Het is de achilleshiel van de revisionistische geschiedschrijving: zodra het bewijzen van je onorthodoxe theses belangrijker wordt dan de feiten zelf, gaat er iets mis. Voor een deel gebeurt dat in dit boek. Het wil zijn centrale stelling te graag waarmaken en bedient zich bij gebrek aan beter van aannames en soms gezochte interpretaties.
Desondanks blijft vooral één ding indringend achter na lezing: dé strijd op wereldschaal van de 15e en 16e eeuw, en in zekere zin ook daarvoor en daarna, was niet die tussen protestantisme en katholicisme, maar die tussen islam en christendom. Dat titanengevecht ging over religie, maar ook over macht en over rijkdom. Er is maar weinig wat erop wijst dat we deze oerstrijd in de 21e eeuw te boven zijn.
Boekgegevens
Gods schaduw. Hoe sultan Selim I de loop van de geschiedenis bepaalde, Alan Mikhail; uitg. Athenaeum; 560 blz.; € 35,-