Maaltijdproject in de Bijlmer: diaconaat in de puurste vorm
Sinds het begin van de coronacrisis in 2020 verlenen samenwerkende kerken in Amsterdam-Zuidoost voedselhulp aan kwetsbare inwoners van de Bijlmer. „Dit is diaconaat in de puurste vorm.”
In kerkcentrum De Nieuwe Stad aan het Luthuliplein in Amsterdam-Zuidoost is het deze maandag rond het middaguur een drukte van belang. De centrale hal is gevuld met etensgeuren en geroezemoes van mensen. „Het is even hectisch”, verontschuldigt Elianne Schultz zich. Zowel het leveren als het afhalen van maaltijden is in volle gang.
De diaconaal werker van de evangelisch-lutherse gemeente Amsterdam is betrokken bij een maaltijdproject dat in maart 2020 werd opgezet. De openstelling van het kerkgebouw is een gezamenlijk initiatief van de kerken uit De Nieuwe Stad: de evangelisch-lutherse gemeente, de protestantse gemeente Zuidoost, de Christian Baptist Church of Ghana, de Indonesische Protestantse gemeente PERKI en de Presbyterian Church of Ghana, Stichting Treasures en Stichting Here To Support. Door de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen werd het project veel groter dan van tevoren was gedacht. „Er gingen hier tijdens de eerste lockdown drie keer per week tussen de 150 en 200 maaltijden de deur uit.”
Raffic Osman, voorganger bij de Treasures Foundation: „Veel mensen die hier komen, hebben geen recht op eten van de voedselbank. Daar is een wachtlijst voor. Bovendien, zonder verblijfsvergunning en de juiste papieren kom je helemaal niet in aanmerking voor hulp van de voedselbank.”
In diverse talen staat Osman mensen te woord die binnen komen lopen of hem opbellen. Ondertussen legt hij uit wat er in De Nieuwe Stad gebeurt. „Op maandag en vrijdag worden hier verse kant-en-klaarmaaltijden gebracht. Die zijn gemaakt door koks, onze vrijwilligers.” In de witte bakjes zitten diverse soorten maaltijden: vis met rijst, kip in saus en aardappels met groenten.
Het kerkcentrum fungeert als centraal verzamelpunt. Osman: „Rond de middag komen de bezorgers die het eten rondbrengen. Kijk, deze tas heeft achttien bakjes, allemaal voor hier in de buurt. Deze maaltijden bezorgen we bij voornamelijk oudere mensen die zelf niet hier kunnen of durven komen door de coronamaatregelen. Er zijn mensen bij die bijna geen andere contacten hebben. Zowel armoede als eenzaamheid zijn grote problemen hier.”
Veel mensen hebben hulp nodig en weten niet waar die te vinden is, stelt de voorganger. „Soms weten mensen niet hoe ze een formulier moeten invullen of hoe ze een toeslag moeten aanvragen. Dan zijn we er ook, we staan ze met raad en daad bij.” Ook komen mensen met geestelijke vragen bij Osman terecht. „Dan sta ik in de startblokken om het Evangelie door te geven.”
Ontmoetingsplek
Naast de kant-en-klaarmaaltijden zijn er voedselpakketten beschikbaar. Hiermee kunnen mensen zelf koken en verse maaltijden bereiden. Behalve centraal punt voor de maaltijdverstrekking is De Nieuwe Stad een ontmoetingsplek voor wijkbewoners. Schultz: „Ouderen kunnen hier binnenlopen en koffiedrinken. Maar we zijn ook open voor jongeren die dakloos zijn en overdag niet in de nachtopvang kunnen blijven. Die zijn meestal overdag noodgedwongen op straat. Hier kunnen ze koffiedrinken, een spelletje doen en uitrusten.”
Met de maaltijdbezorgers heeft Schultz een bijzondere band: „Het zijn allemaal ongedocumenteerde jongens die, toen ik ze ontmoette, in het park sliepen en geen perspectief hadden. Ik vind het fantastisch dat ze nu in mijn team zitten. Dat geeft ze hun gevoel van menswaardigheid terug.”
Diana Gadalla is een van de koks. Het koken van 36 kant-en-klaarmaaltijden heeft de zwangere vrouw –„Ik word er zelf misselijk van als ik het eten ruik”– uren gekost. „Om 7 uur vanmorgen begon ik met het schillen van 30 kilo aardappelen. Het was niet genoeg, dus ik heb ook nog maaltijden met rijst gemaakt.” Zes uur later zijn alle bakken gevuld en brengt de inwoonster van Abcoude de verse maaltijden naar het kerkcentrum in de Bijlmer. De van oorsprong Egyptische zet zich graag in voor de medemens. „Ik ben begaan met mensen die minder hebben. Al weet ik wel dat dat niet kan, eigenlijk wil ik altijd iedereen helpen. Daarom kook ik al vanaf het begin van het maaltijdproject iedere week. Een warme maaltijd is belangrijk; het is goed doen voor een ander. Je weet niet hoe blij je mensen ermee kunt maken.” In haar geboorteland kwam Gadalla al vaak in aanraking met armoede. „Als je daar geld geeft aan iemand op straat die het nodig heeft, krijg je zulke dankbare blikken. En als je zelf weet hoe het is om minder te hebben, kun je toch niet anders dan er zijn voor een ander?”
Diaconaal werker Schultz overziet alle drukte in de centrale hal van De Nieuwe Stad. Ze oogt dankbaar. „Dit is toch diaconaat in de puurste vorm?”