Troostrijk Evangelie
Mattheüs 26:6,7
„Als nu Jezus te Bethanië was, ten huize van Simon de melaatse, kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, daar Hij aan (tafel) zat.”
Voor een natuurlijk mens is niets dwazer en smakelozer dan de betrachting van de lijdensgeschiedenis van de gekruiste Heiland. Maar de gelovigen, die de zalving van boven deelachtig zijn, vinden daarin al hun heil en levenskracht. Zij vinden daarin al hun troost, al hun lust en vreugde. De historie van de gekruiste Christus is zonder de zalving van de Heilige Geest als een dode letter. Maar door de zalfolie van de Geest en het bloed van Jezus Christus nader aan het hart gebracht, wordt de prediking van de gekruiste Christus liefelijk, krachtig, dierbaar en heerlijk. Daarom zegt de apostel (1 Korinthe 1:17,18): „Want Christus heeft mij gezonden om het Evangelie te verkondigen: niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld worde; want het woord des kruises is wel voor degenen die verloren gaan dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. De apostel noemt heel het Evangelie een woord des kruises. Zeker, Jezus en Zijn kruis zijn het fundament en de samenhang van geheel het Evangelie; de gekruiste Christus is er de aanvang, het midden en het einde van: want de getuigenis van Hem is de geest der profetie. Paulus geeft hier te kennen waarom het ware Evangelie, het woord des kruises van Jezus Christus, moet verkondigd worden, al is het ook dat het voor degenen die verloren gaan een dwaasheid is.
David Bruinings, predikant te Amsterdam
(”De Leeuw uit de stam van Juda”, 1755)