Een jaar coronavirus in Nederland
Nederland leeft een jaar met het coronavirus. Op 27 februari 2020 maakt toenmalig minister Bruno Bruins bekend dat voor het eerst een besmetting is geconstateerd. De patiënt is niet heel ziek, maar uit voorzorg opgenomen in het ziekenhuis in Tilburg. De crisis die kort daarna losbarst, komt voor velen als een verrassing.
De Nederlandse overheid gaat er begin 2020 nog van uit dat SARS-CoV-2 helemaal niet zo gevaarlijk is. Het harde ingrijpen van de Chinese autoriteiten in Wuhan, waar de eerste grote uitbraak was, wordt in het westen vaak in verband gebracht met de autoritaire regeerstijl van de Chinese communistische partij.
Geruststellende woorden overheersen. Zo meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) eind januari: „De ziekte lijkt, met wat er nu bekend is, niet zo heel besmettelijk.” Halverwege februari brengt het instituut een kort filmpje naar buiten waarin het uitlegt „waarom we ons geen zorgen hoeven te maken” over Covid-19.
Een dag voordat het nieuws over de eerste patiënt naar buiten komt, benadrukt ook de GGD dat „paniek niet nodig is”. Nederland vertrouwt erop dat het „een heel goed en fijnmazig systeem” heeft om de ziekte te beteugelen „en als dat eventueel niet lukt zoveel mogelijk te vertragen”. In werkelijkheid heeft het virus zich dan al ongemerkt verspreid onder Nederlanders. Dat wordt echter pas maanden later duidelijk.
Ondanks de schok die het nieuws over de eerste besmetting teweegbrengt, verandert nog niets. Evenementen mogen doorgaan en treincoupés zitten als vanouds vol kuchende forenzen. Vrijwel niemand ziet een verkoudheid als goede reden om thuis te blijven.
Op 6 maart wordt bekend dat voor het eerst een Nederlandse Covid-19-patiënt is overleden, een 86-jarige man die in het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam was opgenomen. Diezelfde dag komt het RIVM met een eerste advies voor de bevolking, specifiek aan inwoners van Noord-Brabant. Zij krijgen het verzoek om bij verkoudheid, hoesten of koorts hun sociale contacten te beperken.
Daarna gaat het in korte tijd steeds sneller. Ver buiten epicentrum Brabant duikt het virus op, van Amsterdam tot Coevorden. Het aantal besmettingen stijgt exponentieel en het RIVM is zich ervan bewust dat alleen het topje van de ijsberg zichtbaar is. Testen zijn nog nauwelijks voorhanden.
Op 9 maart krijgen alle Nederlanders voor het eerst het verzoek hun gedrag aan te passen. Premier Mark Rutte roept iedereen op de handen te wassen én elkaar geen hand meer te geven. Uit macht der gewoonte schudt hij vervolgens Jaap van Dissel van het RIVM de hand.
Nog geen week later spreekt de premier het volk opnieuw toe. Zijn boodschap is somber: het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames neemt zo snel toe, dat ongekende maatregelen onontkoombaar zijn. De horeca moet nog diezelfde avond de deuren sluiten. Scholen gaan dicht en iedereen krijgt het verzoek om 1,5 meter afstand te houden van anderen. ‘Chinese toestanden’ die aan het begin van het jaar nog ondenkbaar leken, zijn realiteit geworden.