Prof. Van Houwelingen: Engelen verbinden aarde en hemel
De hemel is dichterbij dan je denkt, maar je moet het wel zien, zegt prof. dr. Rob van Houwelingen. Gods kinderen krijgen in engelen hemelse begeleiding op hun levensreis. „Maar engelen kunnen ook niet-gelovigen laten ontdekken dat er meer is dan deze werkelijkheid.”
Dat stelt Van Houwelingen naar aanleiding van zijn nieuwe boek ”Hemelse reisbegeleiding. Sporen van engelen in het Nieuwe Testament” (uitg. KokBoekencentrum, Utrecht). Hij belicht daarin de verschijning van engelen in met name het Nieuwe Testament en besteedt aandacht aan onder meer de aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël.
Onze westerse cultuur heeft een gesloten wereldbeeld, zo constateert de hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen. Moderne mensen hebben het engelenverkeer op een zijspoor gerangeerd. Daarmee staan ze zelf de communicatie met de hemel in de weg. Dat is anders dan in niet-westerse culturen, waar men zich veel meer bewust is van beïnvloeding door zowel goede als kwade geesten.
We leven op aarde in een hemels krachtenveld, aldus de schrijver. Engelen laten zien dat er voortdurend contact is tussen hemel en aarde. Engelen zijn „liturgische geesten die thuis zijn in de hemelse viering”, maar ze zijn ook „professionele diakenen” die zich laten uitzenden onder de mensen. „We spreken over Gods wereldbestuur, zonder te beseffen dat God hemelse dienaren ter beschikking heeft om Zijn wil uit te voeren.”
Al het engelenverkeer loopt via de Mensenzoon, aldus Van Houwelingen. Vanaf de zogeheten ”jakobsladder” (bij Bethel, Genesis 28:12) geeft God aan dat Hij Zelf het contact van de aarde met de hemel en omgekeerd in goede banen leidt. Christus is de hemelpoort, de unieke toegang tot de Vader, de „ware jakobsladder.”
Luchtbrug
Engelen wijzen de weg naar die hemelpoort. Als het goed is, brengen zij mensen in beweging. „Vanuit Zijn woonplaats heeft God de weg omlaag uitgerold, als een rode loper. De Mensenzoon komt van boven en is tegelijkertijd van beneden. Wij worden uitgedaagd te vragen naar de bekende weg en deze te bewandelen. De ladder wordt een luchtbrug”, zegt de hoogleraar.
Engelen fungeren ook als „uitvaartverzorgers”, zoals bij Lazarus. Van Houwelingen: „Wat een troostvolle gedachte voor wie een dierbare verloren heeft of voor wie opziet tegen het sterven. God laat Zijn kinderen nooit alleen. Door middel van de engelen worden ze in Zijn eeuwige ontferming opgenomen. De uitvaartverzorging is geregeld: gedienstige geesten zullen ons omhoog dragen en veilig thuisbrengen.”
Engelen zijn „betrokken geesten”: ze zijn speciaal geïnteresseerd in de lotgevallen van Gods volk. Ze leven intensief mee met Gods heilsplan voor deze wereld. Ze fungeren als hemelse getuigen. De Bijbel spreekt van vorsten, heersers, machten en krachten. Tegelijkertijd is Christus superieur aan welke macht in het universum dan ook. Hij is verheven bóven de engelen. „Met zo’n Heer hebben christenen niets te vrezen. Wat er ook gebeurt, de Almachtige op de troon is altijd en overal ”in control”.”
Hoe komt het dat er in de kerk vaak weinig aandacht is voor de engelen?
„Ik denk dat we allemaal een tik van de verlichting hebben meegekregen: wat je concreet en zichtbaar voor ogen ziet, is alles, en dus tellen de engelen niet mee. God openbaart echter één werkelijkheid die tegelijkertijd zichtbaar en onzichtbaar is. In de Bijbel vormen de engelen geen franje, want ze zijn prominent aanwezig in het leven van Jezus en vervullen een centrale rol in de verkondiging van Zijn opstanding en hemelvaart.”
Maar God kan ook direct met mensen communiceren, zou je zeggen.
„Hij gebruikt echter middelen. Engelen drukken iets uit van de enorme reikwijdte van Gods alomtegenwoordigheid. Ze zijn de armen van God die Zijn voorzienigheid over alles concreet maken. Maar er moet hiervoor een deurtje in je hoofd opengaan. Tegelijkertijd kunnen engelen ook een brug slaan naar niet-gelovigen. Veel mensen hebben een besef dat er meer is dan deze materiële werkelijkheid. Hernieuwde aandacht voor engelen kan daarom zorgen voor een bredere waardering van de geestelijke dimensie van de werkelijkheid.”