Wall Street opent in de min door stijgende rente
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag lager aan de nieuwe handelsweek begonnen. De rentes op staatsleningen gaan al enkele dagen omhoog en beleggers houden er ook rekening mee dat de inflatie gaat stijgen. Daardoor zou er een renteverhoging van de Federal Reserve aan kunnen komen. In dat geval worden aandelen mogelijk wat minder interessant.
Met name techbedrijven, die de laatste maanden veel winst hebben geboekt op de aandelenbeurzen, hadden het zwaar. Bedrijven als Apple, Microsoft, Intel en Nvidia leverden tot 1,5 procent in.
De Dow-Jonesindex stond na een kwartier handel 0,4 procent lager op 31.373 punten. De breed samengestelde S&P 500 leverde 0,6 procent in tot 3883 punten en techbeurs Nasdaq ging 1,1 procent omlaag, tot 13.722 punten.
Boeing werd 2 procent lager gezet nadat een motor van een vliegtuig in de Verenigde Staten is ontploft. De Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA heeft daarop bevolen dat oudere vliegtuigen van het type 777-200 met motoren van het merk Pratt & Whitney voorlopig aan de grond moeten blijven. Die moeten nu eerst geïnspecteerd worden. Wereldwijd gaat het om 128 toestellen waarvan er 69 in actieve dienst zijn.
Luchtvaartmaatschappijen deden het juist goed op de beurs nadat analisten van Deutsche Bank positiever werden over de sector. American Airlines (plus 7,3 procent), United Airlines (plus 3,2 procent), Delta Air Lines (plus 3,9 procent) en Southwest Airlines (plus 2,2 procent) stegen allen behoorlijk.
Socialemediabedrijf Snap, bekend van de app Snapchat, steeg 1,9 procent. Het bedrijf werd daardoor voor het eerst meer dan 100 miljard dollar waard.
Bandenmaker Goodyear werd ruim 10 procent hoger gezet nadat het bedrijf aankondigde Cooper Tire over te nemen voor 2,8 miljard dollar. Cooper werd ruim een kwart meer waard.
De euro was 1,2146 dollar waard, tegen 1,2135 dollar vrijdag. Een vat Amerikaanse olie werd 2,3 procent duurder op 60,62 dollar. Brentolie klom eveneens 2,3 procent in prijs tot 64,33 dollar per vat.