Duitsland komt met wet tegen uitbuiting buitenlandse werknemers
Duitsland gaat boetes geven aan bedrijven die zaken doen met buitenlandse leveranciers die het niet zo nauw nemen met mensenrechten of milieuregels. De regeringspartijen zijn het eens geworden over wetgeving om dat mogelijk te maken. Minister van Arbeid Hubertus Heil sprak over een „historische doorbraak” die uitbuiting van werknemers zal tegengaan.
De sociaaldemocraat Heil noemt de geplande wetgeving de meeste ambitieuze ter wereld. Hij hoopt dat Duitsland daarmee „de norm stelt” voor de rest van Europa. Bedrijven moeten in de gaten gaan houden hoe toeleveranciers met personeel en milieuregels omgaan. Ze moeten ingrijpen als hun zakenpartners niet aan de normen voldoen.
De nieuwe regels moeten volgens Heil mensen beschermen als de „50 miljoen kinderen die wereldwijd te maken krijgen met dwangarbeid, of het nou gaat om de textielfabrieken in Bangladesh of goudmijnen in Burkina Faso”. Hij sprak de hoop uit dat de wetgeving voor de verkiezingen van september door het parlement geloodst kan worden.
De regering gaat de regels stapsgewijs invoeren, mogelijk vanaf 2023. Eerst komen bedrijven aan de beurt met meer dan 3000 werknemers. Het is nog onduidelijk hoe hoog boetes gaan uitvallen, maar de minister speculeerde over 10 procent van de omzet. Dat betekent dat die bedragen in sommige gevallen in de miljoenen kunnen lopen.
Niet iedereen is enthousiast over de wetgeving. Vanuit het bedrijfsleven wordt gewaarschuwd dat de concurrentiepositie van Duitse ondernemingen kan lijden onder de nieuwe regels. Zo heeft automaker Volkswagen wereldwijd te maken met tienduizenden toeleveranciers. Kleine ondernemers vallen naar verwachting straks niet onder de nieuwe wetgeving.