Volgens ISO is het de eerste keer dat er een landelijk grootschalig onderzoek is gedaan naar de ervaringen met online-onderwijs en de relatie tussen deze vorm van onderwijs en het welzijn van studenten.

Vertaald naar de studentenpopulatie blijkt volgens ISO uit de studie dat in Nederland ruim 100.000 studenten veel problemen ervaren, van wie 35.000 zeer ernstig op alle terreinen. „Het is glashelder. Veel studenten ervaren grote problemen en psychische klachten door het online-onderwijs”, zegt ISO-voorzitter Dahran Çoban. „Dat moet een grote zorg zijn voor onze samenleving, want achter deze schokkende cijfers zitten echte mensen.”

Sinds het begin van de coronacrisis vindt het overgrote deel van het onderwijs noodgedwongen online plaats, een flinke omschakeling voor zowel studenten als docenten. Een op de drie wo-studenten en 17 procent van de hbo-studenten heeft zelfs helemaal geen fysiek onderwijs meer. Çoban: „Er wordt tot nu toe door het ministerie en de onderwijsinstellingen aangegeven dat zo’n 30 procent van het onderwijs fysiek wordt gegeven, maar dat neemt niet weg dat een kwart van de studenten enkel via hun beeldscherm onderwijs volgt.”

32 procent is ontevreden tot zeer ontevreden over het online-onderwijs. En hoe meer digitaal onderwijs studenten volgen, hoe minder positief ze erover zijn en over hun eigen mentale gezondheid.

Het grootste struikelblok voor studenten is het gebrek aan sociale interactie met medestudenten. Iets meer dan de helft van de hbo-studenten en bijna driekwart van de wo-studenten beoordeelt deze interactie als ‘slecht’. Het zorgt ervoor dat studenten zich eenzaam voelen en mentale problemen hebben.

Het ISO wil dat zo snel mogelijk opgeschaald wordt naar meer fysiek onderwijs.

Studenten zijn niet over alle aspecten van online-onderwijs ontevreden. Vooraf opgenomen video’s of kennisclips moeten volgens meer dan de helft van de ondervraagde studenten behouden blijven na deze pandemie.