Bedrijfsleven en Gomarus bouwen samen
Waar veel scholen op dit moment pas op de plaats maken, wordt bij de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem gebouwd aan de toekomst. De contouren van een bijzonder bouwproject tekenen zich af.
Terwijl regen en wind zich niet onbetuigd laten, doet een graafmachine zijn werk en vertoont een van de leerlingen zijn stuurmanskunsten op een shovel. Behulpzaam verplaatst hij het overtollige zand. De betonnen omtrek van wat straks een wind- en regendichte praktijkhal van 30 bij 11 meter moet worden is inmiddels zichtbaar.
School en (stage)bedrijven hebben de handen ineen geslagen om naast de school een semi-permanente werkplek te creëren voor het praktijkonderwijs. Van de totale bouwkosten wordt ongeveer de helft geschonken via geld, materiaal en werkzaamheden door bouw- en technische ondernemingen waarmee de praktijkschool een goede band heeft. De andere helft van het benodigde bedrag komt uit zogenoemd ‘reparatiegeld’ van de overheid, vertelt Evert Akkerman, vakgroepleider Bouwen, Wonen en Interieur (BWI). Samen met de docenten Marrie de Waal en Herman van de Beek, coördineert hij dit partnerschap tussen school en bedrijfsleven.
Omdat de praktijklessen infra en uitzetwerk in de buitenlucht te lijden hadden van de vaak onvoorspelbare weersomstandigheden, ontstond het idee voor een permanente en overdekte praktijkhal. „Werkstukken konden soms vanwege regen en wind niet afgemaakt worden. Dan moesten de leerlingen de volgende dag weer helemaal opnieuw beginnen. Bovendien is het geven van instructies en uitleg vrij lastig in de stromende regen.”
Onbetaalbaar
De bouwkosten van 170.000 euro bleken echter onbetaalbaar. „We hebben daarom de meest noodzakelijke componenten in een nieuw plan verwerkt, waardoor we het investeringsbedrag konden beperken tot 80.000 euro. Maar ook dat was financieel niet te doen voor de school. Omdat we goede contacten hebben met onze stagebedrijven, zijn die gepolst om een bijdrage te leveren. Daar waren ze toe bereid. We werden zelfs ook spontaan door hen zelf benaderd.”
Inmiddels hebben twaalf grote sponsors er voor gezorgd dat de bouwkosten tot bijna de helft zijn geslonken. „Zelfs de bouwtekening en de vergunningaanvraag zijn voor ons geregeld.” Maar niet alleen dat. Ook het bouwproject zelf betekent een vorm van praktijkonderwijs voor de leerlingen. Waar mogelijk steken ze de handen uit de mouwen.
Het tempo zit er volgens de coördinatoren goed in. „De levering van materialen en de toegezegde werkzaamheden sluiten opmerkelijk nauwkeurig op elkaar aan. Dat betekent dat we half april het gebouw hopen op te leveren.”
De hal kan door middel van roldeuren worden afgesloten. „Je wilt nu eenmaal niet dat katten straks hun behoefte doen in het zand.” Want dat laatste is de bodemstructuur waarop leerlingen straks aan de slag gaan. „Ze moeten bijvoorbeeld tuinen kunnen aanleggen of bestrating met straatkolk en bijbehorende infrastructuur. Er moet diep gegraven kunnen worden. De hal is zo groot dat er straks zowel derde- als vierdeklassers kunnen werken in maximaal acht koppels van twee personen.”
Tegenprestatie
De school hoeft geen tegenprestatie te leveren aan de bedrijven die een tekort hebben aan vakbekwaam personeel. „We gaan niet exclusief iemand opleiden voor een sponsor”, benadrukt Akkerman. Toch hebben de ondernemers er volgens hem profijt van. „Dit project heeft een betere aanzuigende werking op personeel dan een advertentie in de krant. Hier komen de leerlingen in aanraking met hun toekomstige werkgevers en zo houden we de relatie tussen bedrijfsleven en onderwijs optimaal. We zien nu in de praktijk dat ze veel dichter bij ons staan dan we hadden gedacht.”