Britse premier naar Schotland als stap tegen onafhankelijkheid
Terwijl de roep om Schotse onafhankelijkheid groeit, heeft de Britse premier Johnson een omstreden bezoek gebracht aan het land. Schotse nationalisten, onder wie de Schotse premier Sturgeon, bekritiseerden het „charmeoffensief”, uitgerekend in deze coronatijden. Enkele Schotten stapten naar een politiebureau om Johnson aan te geven. Hij zou met zijn bezoek de coronaregels schenden.
Volgens een woordvoerder van Johnson was het wel degelijk een noodzakelijke trip. Het zou een fundamenteel deel van diens taken zijn, aldus de zegsman. Volgens hem is het belangrijk dat Johnson mensen ontmoet die in de frontlijn staan bij de bestrijding van het coronavirus. De premier bracht onder meer een bezoek aan een vaccinatiecentrum in Glasgow.
In 2014 stemde nog 55 procent van de Schotten tegen onafhankelijkheid. Maar een nog grotere Schotse meerderheid sprak zich in 2016 uit voor een verblijf van het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie, en dus tegen de brexit. De Schotse leider Sturgeon hoopt met een tweede referendum alsnog een afsplitsing te kunnen bereiken. Daarna zou Schotland lid kunnen worden van de EU. Maar een volksraadpleging is niet mogelijk zonder toestemming van Londen.
Johnson zelf zei tijdens zijn bezoek dat de Schotten nu wel wat anders aan hun hoofd hebben dan afscheiding. Het eindeloos gepraat over een referendum in Schotland is nu volstrekt irrelevant voor de meeste mensen, beweerde hij, verwijzend naar de coronacrisis. Ook benadrukte hij dat het referendum van 2014 was bedoeld voor een generatie, en dat het verkeerd zou zijn een paar jaar later alweer een nieuw referendum te houden.
De premier erkende wel dat de brexit met veel „kinderziektes” gepaard gaat. Zo kampen de Schotse vissers met problemen omdat zij hun vangst niet meer makkelijk op de EU-markt kunnen brengen. Maar volgens Johnson komt het uiteindelijk, „op de lange termijn” allemaal goed.