„Het gaat moeilijk”, zegt een woordvoerder van DierenPark Amersfoort. „Maar het laatste dat we willen en gaan doen is dieren wegdoen.” Datzelfde zeggen het Dolfinarium, de Apenheul, Wildlands Adventure Zoo Emmen, Ouwehands Dierenpark Rhenen, Burgers’ Zoo en Beekse Bergen. De dierenparken geven aan op andere terreinen te bezuinigen om geen afscheid te hoeven nemen van hun dieren.

Zo schuiven veel dierenparken de bouw van nieuwe verblijven vooruit en gebruiken zij die reserves om de lockdown door te komen. Wildlands Emmen stelde bijvoorbeeld de komst van een grote vogelkooi, waarvoor de vogels al geleverd zijn, uit. „Het is nu niet verantwoord om zo’n grote investering te doen”, vertelt de directeur van Wildlands. Het kleinere Dierenpark De Oliemeulen uit Tilburg, sterk afhankelijk van donaties, heeft de verhuizing van het park uit het stadscentrum tijdelijk uit het hoofd gezet.

Het voorjaar wordt door verschillende dierentuinen aangewezen als moment waarop de deuren echt weer open moeten. De bezoekersaantallen trekken doorgaans vanaf de voorjaarsvakantie aan. Vorig jaar hebben de dierentuinen al zwaar te lijden gehad tijdens de eerste lockdown en misten toen vrijwel het hele lenteseizoen. „Het is belangrijk dat we in de vakanties open zijn om weer wat geld te verdienen”, aldus een woordvoerder van DierenPark Amersfoort. „Anders wordt het een lastig verhaal.”

De dierenparken hebben een steunpakket van 39 miljoen euro toegezegd gekregen van het ministerie van Landbouw. Dat komt volgens de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) in de loop van februari beschikbaar en wordt verdeeld over de 69 dierentuinen met een vergunning in Nederland. „Mocht het geld niet toereikend zijn, dan heeft de overheid extra geld toegezegd.”

Naar de komst van de overheidssteun kijken dierentuinen halsreikend uit. „Hoeveel we krijgen weten we nog even niet, maar belangrijk is het zeker”, zegt Wildlands. „Het is iets om weer even op te kunnen teren”, aldus De Oliemeulen.