Liever geen voorrang voor predikanten bij inenten
Vraag geen voorrang voor predikanten bij inenten. Het omgekeerde zou passender zijn voor predikanten die naar Christus willen verwijzen.
Met grote verbazing las ik afgelopen zaterdag in de media het bericht dat er vanuit het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) namens de kerken aan minister Grapperhaus gevraagd zou zijn of predikanten en geestelijk verzorgers, na het zorgpersoneel, een voorkeursbehandeling zouden kunnen krijgen bij de vaccinaties. Naar mijn mening is dit het slechtst denkbare nieuws waarmee we als kerken in deze crisis naar buiten kunnen treden. Zo’n houding is immers moeilijk te verenigen met de navolging van Christus, die, toen Hij gevangen werd genomen, zei: „Als u dan Mij zoekt, laat dezen (de discipelen) weggaan” (Johannes 18:8).
Natuurlijk kunnen en hoeven predikanten niet plaatsvervangend te lijden voor anderen, dat heeft Christus voor ons gedaan. Een predikant heeft ook verantwoordelijkheid voor zijn eigen gezondheid. Toch lijkt me dat de houding van een predikant gekenmerkt moet worden door zelfverloochening en bereidheid om te lijden om anderen te dienen met het Evangelie. De apostel Paulus wordt door gemeenteleden in Korinthe afgewezen vanwege het lijden waarmee hij te maken heeft. Voor Paulus is dit echter juist de manier waarop het Evangelie van Christus het meest krachtig naar voren komt. „Wij worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Christus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees” (2 Korinthe 4:11).
Verachtelijk beroep
Als ik met moslims de Bijbel lees, merk ik dat sommigen zich verbazen over het feit dat Jezus zichzelf vergelijkt met een herder. Herder zijn is in het Midden-Oosten immers een verachtelijk beroep. Vanouds de taak van de jongste zoon van het gezin (zoals bij David), of van een slaaf. Het was een ondankbare taak, die in veel streken ook de nodige gevaren met zich meebracht. Het goede nieuws van het Evangelie is echter dat Christus voor ons, dwaalzieke schapen die zonder besef van gevaar zichzelf steeds weer in de problemen brengen, bereid was om een herder te zijn die zijn leven geeft voor de schapen.
In onze Filippus-opleiding voor evangelisten leren we hen om in navolging van Christus in een positie van geestelijk leiderschap consequent het belang van anderen voor dat van henzelf te stellen. Heel praktisch en niet alleen in de grote dingen, maar ook in kleine dingen, zoals bij het koffiedrinken en eten tijdens samenkomsten.
Nu geef ik onmiddellijk toe dat ziek worden omdat je een coronapatiënt opzoekt in het ziekenhuis, niet hetzelfde is als het lijden van Paulus omwille van het Evangelie. Het CIO zal waarschijnlijk gewoon bedoeld hebben bescherming te vragen voor mensen die iets meer risico lopen dan gemiddeld. Zoals wel meer beroepsgroepen om voorrang vragen vanwege de risico’s van hun achterban. Toch lijkt het me ongepast dat kerken vragen of predikanten voorrang kunnen krijgen ten opzichte van anderen. Het omgekeerde zou passender zijn voor predikanten die naar Christus willen verwijzen, hoewel zoiets natuurlijk alleen persoonlijk kan worden aangeboden.
Voorrechten eigen club
In een tijd waarin het nieuws bol staat van verwijten van de ene groep aan de andere groep over wie onvoldoende oog heeft voor de risico’s van anderen, moeten we goed nadenken over hoe we als kerk straks na de crisis herinnerd willen worden. Zijn we dan de kerk die als succesvolle belangenorganisatie om voorrang en voorrechten vroeg voor de eigen club? Of worden we dan herinnerd als de kerk die zich inzette voor kwetsbare mensen in deze crisis? Gehandicapten die minder zorg en aandacht kregen, ouderen in verzorgingstehuizen die in eenzaamheid stierven, jongeren in hun isolement, daklozen en illegalen die nergens meer binnen konden komen, migranten die hun familie en vrienden kwijtraakten omdat ze Jezus volgen. Laten we voor hen opkomen en daarom mensen blijven opzoeken en onze gebouwen openhouden, ook als ons dat wat kost.
De auteur is predikant-directeur bij stichting Evangelie & Moslims.