„EZ moet vaart zetten achter innovatiebeleid”
Het ministerie van Economische Zaken (EZ) moet stoppen met het schrijven van allerlei brieven en zich richten op het creëren van economische speelruimte voor bedrijven. „We hebben nu in korte tijd de Innovatiebrief, de Groeibrief en de Industriebrief gehad, nu is de praktijk aan de beurt.”
Dat zei VNO-NCW-voorzitter J. Schraven maandag tijdens een debat ter gelegenheid van de opening van ”Het Instrument 2004”, de vakbeurs voor industrie en wetenschap die tot en met vrijdag in de Utrechtse Jaarbeurs wordt gehouden. Schraven debatteerde hier onder meer met voorzitter L. Hermans van MKB-Nederland en PvdA-kamerlid M. van Dam over de rol van bedrijfsleven, politiek en wetenschap in het huidige innovatiebeleid.
Over de positie die de overheid dient in te nemen binnen het innovatiedebat bleken de partijen eensgezind. Schraven: „Echte innovatie komt voort uit het ondernemerschap van bedrijven. De overheid kan dit proces slechts stimuleren door te investeren in kennis. Het bedrijfsleven zal pas investeren wanneer er aan de juiste voorwaarden is voldaan.”
Ook volgens PvdA-kamerlid Van Dam is de rol van de overheid minimaal. „De overheid dient slechts zorg te dragen voor een ondernemingsvriendelijk belastingklimaat en een gezonde kennisinfrastructuur. Innovatie vindt dan plaats vanuit de markt.” Een nogal liberaal standpunt voor een PvdA-kamerlid, vond de debatleider. Van Dam: „Liberaal? Ja, maar wat is daar mis mee?”
Van Dam is onder meer bekend vanwege zijn in maart gehouden pleidooi om alle subsidies die EZ verstrekt af te schaffen en het geld dat hierdoor vrijkomt te besteden aan fiscale stimuleringsmaatregelen. Bovendien is hij voorstander van het opheffen van het ministerie. „De economie is de verantwoordelijkheid van het hele kabinet, niet slechts van EZ. Andere ministeries leveren vaak veel grotere bijdragen aan economische ontwikkeling. De substantiële bijdrage van EZ is verwaarloosbaar.”
Schraven is het hier niet mee eens. Volgens de werkgeversvoorzitter kan EZ voor zijn beleidsvoering echter wel een voorbeeld nemen aan oud-minister Wijers. „EZ is vanwege zijn kleine budget een interventieministerie, het moet ervoor zorgen dat het bedrijfsleven de ruimte krijgt. Wijers deed dat destijds heel goed.”
Hermans pleitte voor de oprichting van zogenaamde consortia, regionale samenwerkingsverbanden tussen ondernemingen. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) zou de vorming van deze samenwerkingsverbanden echter onmogelijk maken. „Wanneer de Groningse horeca haar aantrekkingskracht wil vergroten door gezamenlijk afspraken te maken over de prijs van een glas cola is er volgens de NMa sprake van een illegale prijsafspraak. Wanneer Albert Heijn op landelijk niveau met de prijs van cola stunt, mag dat wel. Dat is meten met twee maten.”