Kerklid mist samenzang en samenzijn in coronatijd
Samen zingen en fysiek contact met gemeenteleden zijn twee aspecten die kerkgangers in coronatijd sterk missen. En ook voor de toekomst vinden zij het belangrijk dat mensen er in de kerk voor elkaar zijn.
Dat blijkt uit een vrijdag verschenen onderzoek dat is uitgevoerd door onderzoeksbureau Citisens in opdracht van Actie Kerkbalans. Aan het onderzoek deden 1723 leden mee van de vier kerken die deelnemen aan de fondswervingsactie: de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de Evangelische Broedergemeente (ondergebracht in de categorie ”protestanten”) en de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) en de Oud-Katholieke Kerk (OKK) (ondergebracht in de categorie ”katholieken”).
Van de protestanten geeft 35 procent aan (vaker dan) een keer per week naar de kerk te gaan, tegenover 18 procent van de katholieken. Zesentwintig procent van de protestanten gaat meermalen per maand naar de kerk (van de katholieken: 13 procent) en 6 procent eens per maand (van de katholieken: 8 procent). Het komt erop neer dat twee derde van de protestanten ”regelmatig” naar de kerk gaat, tegenover 39 procent van de katholieken. Het percentage katholieken dat enkele keren per jaar (”soms”) naar de kerk gaat, ligt eveneens op 39 procent; van de protestanten valt 17 procent onder die categorie. Van de katholieken geeft 21 procent aan ”nooit” naar de kerk te gaan, tegenover 16 procent van de protestanten.
Livestream
Kerkleden die in coronatijd diensten volgen, doen dat vooral op twee manieren: bijna de helft kiest voor een livestream, een derde voor het fysiek bijwonen van een dienst. Van de 38 procent van de kerkleden die aangeeft nu geen diensten te volgen, bezochten velen vóór de coronacrisis ook nooit of soms een dienst.
Het samen zingen wordt door 43 procent van de kerkleden gemist, fysieke aanwezigheid door 34 procent en ontmoetingen met medekerkleden door 28 procent. De groep leden die niets mist (28 procent), bestaat vooral uit leden die weinig diensten bezoeken.
Dat veel kerkleden aangeven fysieke ontmoeting te missen, hangt samen met de waarde die zowel katholieke als protestantse leden hechten aan de plek van de kerk als ”plek waar ik mijn geloof met anderen kan delen” (respectievelijk 26 en 35 procent) en als ”plek waar we er zijn voor elkaar” (respectievelijk 22 en 31 procent). Ook voor de kerk van de toekomst vinden zowel katholieke als protestantse leden zulke waarden belangrijk. Zij hopen dat de kerk voor toekomstige generaties een plek is waar ”zij er zijn voor elkaar” (respectievelijk 43 en 40 procent) en ”zij hun geloof met anderen kunnen delen” (respectievelijk 28 en 38 procent).
Voor veel leden is de waardering voor de kerk sinds de invoering van de coronamaatregelen niet veranderd. De meesten (35 procent) antwoorden neutraal. Kerkleden die al nooit naar de kerk gingen, waarderen de kerk minder. Leden die soms of regelmatig een viering of dienst bezoeken zijn vaker neutraal of positiever.
Geefbereidheid
In de rapportage wordt uitvoerig ingegaan op de geefbereidheid van de leden van de kerkgenootschappen die deelnemen aan Actie Kerkbalans. Ruim driekwart geeft geld, 40 procent geeft tijd.
De onderzoekers zien een verband tussen de mate waarin leden diensten bezoeken en de onderdelen waaraan zij geld zouden willen geven aan de kerk waarvan zij lid zijn. Hoe vaker iemand naar de kerk gaat, hoe meer diegene bereid is om geld te geven. Datzelfde geldt voor de mate waarin iemand vrijwilligerswerk voor de kerk wil doen.
Geld geven doen leden vooral via de collecte (73 procent) en door zelf af en toe geld over te maken (51 procent). Kerkleden geven vooral geld omdat men zich betrokken voelt bij de kerk (74 procent), omdat de kerk kosten maakt (71 procent) en vanwege de toekomst van de kerk (52 procent). Voor 90 procent van de kerkleden die vrijwilligerswerk doen is ”betrokkenheid bij de kerk” een belangrijke drijfveer. Daarnaast worden ”ontmoetingen met anderen” (62 procent) en het ”inzetten van de eigen talenten” (52 procent) het meest gekozen.