Werkgevers ‘verheugd’ met intensivering coronasteun
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland zijn „verheugd” met de extra coronasteun die het kabinet donderdag heeft aangekondigd. „Dit was echt bittere noodzaak”, aldus de werkgevers. Voor de verruiming van het steunpakket wordt 7,6 miljard euro uitgetrokken. Zo wordt de regeling voor vaste lasten flink uitgebreid en gaat de loonkostensubsidie iets omhoog.
De ondernemersorganisaties zien veel van hun wensen in het uitgebreide steunpakket terug. „Zo krijgen ook grotere mkb-bedrijven en juist heel kleine beter toegang tot de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten”, aldus VNO-NCW en MKB-Nederland. „Nog steeds zal niet iedereen geholpen zijn, maar het is een enorme verbetering.” Er zijn volgens de werkgevers nog twee andere belangrijke punten gerealiseerd. Er komt een garantieregeling voor evenementen en steun om het eigen vermogen te versterken.
De persconferentie van Wopke Hoekstra van Financiën, Wouter Koolmees (Sociale Zaken) en de kersverse minister van Economische Zaken Bas van ’t Wout waarin de extra coronasteun werd aangekondigd, begon een half uur later dan gepland. Volgens Koolmees kwam dat omdat er tot het laatste moment werd onderhandeld met de sociale partners.
Stichting ONL voor Ondernemers noemt het pakket een goede en noodzakelijke stap voorwaarts. Tegelijkertijd vraagt voorzitter Hans Biesheuvel zich af of de financiële hulp voor starters wel op tijd komt. „Vanaf mei kunnen starters pas rekenen op deze tegemoetkoming, dat kan wel eens te laat zijn.” Ook maakt ONL zich zorgen om grotere bedrijven, zoals groothandels voor de horeca, die zelfs met de ruimere hulp voor vaste lasten en onverkochte voorraden nog niet uit de problemen zouden zijn.
Vanuit de technologische sector klinkt lof voor de steun op de korte termijn, maar ook de kanttekening dat het kabinet meer moet doen voor innovatie op de lange termijn. Branchevereniging FME wil dat de overheid meer geld vrijmaakt voor vernieuwend onderzoek. Nu lockdowns een grote hap nemen uit de inkomsten van bedrijven, hebben die zelf namelijk minder financiële armslag voor investeringen in innovatie.