Laten Republikeinen onder Biden oude idealen weer koesteren
De keuze voor Biden betekent druk op conservatief-christelijke waarden en voorwaardelijker steun aan Israël. Maar laten christenen in de VS zich biddend en liefdevol inzetten voor wat goed en recht is.
Vandaag wordt Joe Biden geïnaugureerd als 46e president van de Verenigde Staten. Dat had nogal wat voeten in de aarde. Tot het laatste moment verzette zijn voorganger, president Donald Trump, zich tegen de machtsoverdracht. Dit verzet mondde uit in de gewelddadige bestorming van het Capitool. Veel Amerikanen, ook binnen Trumps eigen Republikeinse Partij, zien dit als een gitzwarte bladzijde in de geschiedenis van de Amerikaanse democratie.
Het is goed om na vier jaar Trump de balans op te maken: waar staan de VS, en hoe ziet de toekomst eruit?
Laten we om te beginnen erkennen dat onder Trump en zijn vicepresident Pence belangrijke successen zijn behaald. In de Nederlandse media en in de Tweede Kamer krijgt dit erg weinig aandacht. De Amerikaanse economie floreerde, Trump benoemde conservatieve rechters in het Hooggerechtshof, de Amerikaanse ambassade verhuisde naar Jeruzalem, mede dankzij de VS werden de ”Abrahamakkoorden” gesloten tussen Israël en Arabische landen, NAVO-landen (inclusief Nederland) investeerden eindelijk in hun krijgsmacht, de Chinese ambities werden ontmaskerd en het prolifegeluid kreeg een eerlijke kans. Dat zijn geen geringe verworvenheden! Het is echt te hopen dat ze bewaard blijven.
Forse averij
Het was echter zeker niet alles goud wat er blonk. Met zijn ”alternatieve feiten” droeg Trump op een fundamenteel niveau bij aan het wantrouwen in de politiek en de staatsinstituties. Dat is in een democratie per definitie gevaarlijk. Dit werd nog concreter toen Trump de scheiding der machten leek te ondermijnen door inmenging in justitiële aangelegenheden en zware aanvallen op de pers. Op het wereldtoneel werden dictators soms vriendelijker bejegend dan Amerika’s oude bondgenoten binnen de EU en de NAVO. En met Trumps langdurige weigering om zijn verkiezingsnederlaag toe te geven, ondanks tientallen rechtelijke uitspraken die het tegendeel aantoonden, liep Amerika’s imago als verdediger van democratie en mensenrechten (godsdienstvrijheid incluis) forse averij op.
Zo erft Joe Biden na vier jaar Donald Trump een intens verdeeld Amerika, waarin Democraten en Republikeinen, conservatieven en progressieven, zwart en wit en arm en rijk lijnrecht tegenover elkaar staan. Deze scheidslijnen bestonden al onder president Obama, maar zijn wel scherper geworden. Inmiddels wordt aan beide zijden zelfs geweld niet langer geschuwd. Dat geldt zowel voor ”Black Lives Matter” als ”Three Percenters” en verwante bewegingen.
Geestelijke crisis
Mij gaat bijzonder aan het hart dat Trump niet alleen diepe verdeeldheid veroorzaakte onder Amerikanen in het algemeen, maar ook onder christenen en binnen de Republikeinse Partij. Donald Trump jr. bracht dit nog het scherpst onder woorden toen hij, vlak voor de bestorming van het Capitool, onbeschaamd uitriep: „Dit is niet langer de Republikeinse Partij, dit is de partij van Trump.” Uit onderzoek van tv-zender NBC News bleek dat het merendeel van de Republikeinse kiezers zich inmiddels inderdaad meer verwant voelt met Trump dan met hun partij. Ik vraag me af: heeft de Republikeinse Partij dit niet in belangrijke mate aan zichzelf te danken, door Trump ondanks diens onethische leefwijze en autocratische trekken zoveel ruimte te bieden?
Die ruimte kreeg Trump doordat veel Republikeinen zich zorgen maken over de koers van hun land. Dat is begrijpelijk. Maar hoewel veel Amerikaanse christenen wel de juiste diagnose stellen, vrees ik dat ze niet het juiste middel grijpen om de kwaal te genezen. Zeker: christelijke normen en waarden staan in de VS onder druk. De gender- en lhbti-ideologie heeft stevig postgevat binnen de Democratische Partij en wint aan invloed. In dat opzicht voelden veel behoudende Amerikanen zich door Trump gehoord en begrepen.
Maar is het grijpen naar macht, door een deel zelfs naar brute kracht, Bijbels gezien het juiste antwoord? Gaat het hier niet allereerst om een geestelijke crisis, in een land dat momenteel wereldwijd meer bekendstaat om zijn ongebreidelde consumentisme en morele verval dan om zijn nobele waarden? Is inkeer niet noodzakelijker dan een luidkeels geclaimd recht op, zeg, wapenbezit?
Al honderden jaren zijn christenen in Amerika gewend aan de zetel van de macht. De Bijbel leert echter dat die combinatie allesbehalve vanzelfsprekend is. „Mijn koninkrijk is niet van deze wereld”, onderwijst Christus (Johannes 18:36). En: „In de wereld zult u verdrukking hebben.” God zij dank volgt daarop: „maar heb goede moed, Ik heb de wereld overwonnen” (16:33). Vanuit het geloofsvertrouwen dat God niets uit de hand loopt, mogen Amerikaanse christenen zich ook onder president Biden met een houding van bescheiden dienstbaarheid blijven inzetten voor een overheid die strijdt voor het arme en zwakke, voor blank en zwart en ja, ook voor het gezin en het leven.
Dat is heel wat anders dan met een doorgeladen, semiautomatisch geweer en wapperende Trumpvlaggen je rechten opeisen op de rokende puinhopen van een congres. Ergens las ik: „Christenen mogen nooit toegeven aan de verleiding om een wolf onder de wolven te worden.” En: „Het is niet de macht die verlost, maar de liefde.” In dat licht is meer dan ooit een bezinning nodig op de waarheid in Mattheüs 20:26: „maar wie onder u groot wil worden, die moet uw dienaar zijn.”
Kloven overbruggen
De verkiezing van Biden tot president betekent druk op conservatief-christelijke waarden, grote nadruk op buitengewoon ‘groenlinks’ beleid en een voorwaardelijker steun aan Israël. Maar laten Amerikaanse christenen zich biddend en liefdevol inzetten voor wat goed en recht is. Laten zij daarbij bereid zijn kloven te overbruggen. Laten zij dankbaar zijn wanneer het mondiale aanzien van Amerika als democratie en rechtsstaat behouden blijft. En laten niet enkel electorale overwegingen, maar vooral deze idealen de Republikeinse Partij verenigen.
De auteur studeerde Internationale Betrekkingen en is beleidsmedewerker voor internationale zaken bij de SGP-Tweede Kamerfractie.