Zeeuws-Belgische havens voelden coronacrisis en brexit
De havens van Vlissingen, Terneuzen en Gent hebben afgelopen jaar last gehad van de coronacrisis en de oliecrisis. Ook de brexit liet zich voelen in de fusiehaven North Sea Port, zowel in positieve als in negatieve zin. In totaal werden in de havens ruim 11 procent minder goederen via de zeevaart overgeslagen.
De afname zit hem vooral in vloeibare bulk als brandstoffen. Door de lage olieprijzen en de lage vraag naar brandstoffen door de coronacrisis, nam de overslag hier met ongeveer een vijfde af. Ook de overslag van droge bulk als kolen en ertsen daalde, al gingen die in voorgaande jaren ook al achteruit. Daarentegen werd van andere zaken, waaronder ijzerslakken, schroot en houtpellets, meer overgeslagen.
Bij containeroverslag zat nog wel groei. Met name naar Groot-Brittannië gingen meer containers, geholpen door het feit dat Britse bedrijven voorraden aanlegden uit angst voor problemen door de brexit. Ook kwamen er meer bananen in containers de haven binnen.
Het zogeheten roro-vervoer, wat staat voor roll on roll off en het vervoer van rijdende goederen als auto’s betreft, kreeg ook een klap. Stilgelegde autofabrieken tijdens de eerste lockdown en invoerbeperkingen naar het Verenigd Koninkrijk deden zich voelen. Het vervoer van auto’s lag eind vorig jaar weer op het normale schema.
De totale overslag in de drie havens bedroeg 118,3 miljoen ton aan goederen. Daarvan kwam 63,5 miljoen ton via zee en 54,8 miljoen ton via de binnenvaart.