Europa formaliseert secularisatie
De ondertekening van de Europese grondwet, gisteren in Rome, is onmiskenbaar een belangrijke mijlpaal in het Europese integratieproces. Regeringsleiders van 25 landen zetten hun handtekening onder een document dat het bestuur van de Europese Unie eenvoudiger, transparanter en democratischer moet maken.Of dat werkelijk gaat gebeuren, zal pas over minimaal twee jaar kunnen blijken. Zo lang zal het ten minste duren voordat de afzonderlijke lidstaten van de EU zich hebben uitgesproken over het grondwettelijk verdrag. Niet uitgesloten moet worden dat in één of meer landen forse bezwaren rijzen tegen deze constitutie.
Toch kan de ondertekening van de Europese grondwet een historische en vooral veelzeggende gebeurtenis genoemd worden.
De plechtigheid vond plaats in het Capitool. De keus voor die locatie is bewust gemaakt. Van hieruit bestuurden eeuwen geleden de Romeinen hun omvangrijke rijk, waartoe grote delen van Europa behoorden.
Dat de vergaderzaal eigenlijk te klein was om alle delegaties een plaats te geven, achtten de organisatoren niet onoverkomelijk. Om meer ruimte te creëren, besloten ze het grote borstbeeld van keizer Constantijn de Grote uit de zaal te takelen. Die praktische oplossing had meer symboliek in zich dan de organisatoren zich bewust zullen zijn geweest.
Constantijn was het die in 312 na de overwinning op zijn rivaal overging tot het christendom. Uitgerekend ook op 29 oktober van dat jaar trok hij zegevierend Rome binnen en nam hij bezit van het Capitool.
Een jaar later gaf keizer Constantijn met het Edict van Milaan de christenen godsdienstvrijheid. Dat geldt als een belangrijk keerpunt in de geschiedenis. Constantijn staat in de historie bekend als de eerste christelijke keizer van het Romeinse Rijk.
Daarmee begon een nieuwe periode in de Europese geschiedenis. Vanaf die tijd stempelde het christelijk geloof in hoge mate het bestuur van Europa.
De nieuwe grondwet zet definitief een punt achter dat tijdperk, opnieuw een keerpunt dus. Ondanks sterke aandrang van diverse zijden, is er geen enkele verwijzing naar God of het christendom in de constitutie opgenomen. Dat is een ernstig manco.
Iedereen die de geschiedenis van Europa bestudeert, moet vaststellen dat deze in hoge mate is bepaald door de Joods-christelijke traditie. Door het verzwijgen daarvan negeert de EU een wezenlijk deel van haar wortels.
Belangrijker is dat het niet opnemen van een verwijzing naar het christendom de secularisatie in Europa formaliseert.
Terwijl overal in de wereld duidelijk wordt dat de rol van de godsdienst in de politiek belangrijker wordt, stelt Europa zich op het standpunt dat religie geen rol in het publieke leven meer mag spelen. Wat daarvan het gevolg kan zijn, hebben we deze week gezien bij de verwikkelingen rond de kandidaat-eurocommissaris Buttiglione.
Met de ondertekening van de nieuwe grondwet heeft Europa gekozen voor een volstrekt seculier staatsmodel. Niet alleen het borstbeeld van Constantijn, maar ook zijn erfenis is door de ceremonie in het Capitool weggehaald.
In sombere momenten zullen christenen alleen maar verder verval en afval voorzien. Menselijk gesproken is er ook geen andere verwachting. Maar desondanks is de situatie niet hopeloos.
Na eeuwen van bijgeloof begon op 31 oktober 1517 de Reformatie. De herdenking daarvan staat voor morgen op de agenda.
Luther zong dat Gods Woord geen duimbreed zal wijken. Ook al wordt daarover niets in de Europese grondwet gezegd, toch geldt die uitspraak van Luther nog steeds. En dat Woord heeft niet alleen autoriteit, maar geeft ook verwachting. De toekomst is niet hopeloos.