Wall Street verwacht geen verrassingen
De Amerikaanse kiezers zijn volgens de laatste opiniepeilingen zeer verdeeld over hun keuze voor het presidentschap. Het wordt duidelijk een nek-aan-nekrace, maar als het aan Wall Street lag werd het niet zo spannend. De voorkeur van de meeste Amerikaanse bankiers, analisten en financiële instellingen gaat duidelijk uit naar de Republikeinse president George Bush.
Dat blijkt ook uit de cijfers. Wall Street -zeg maar financieel Amerika- heeft dit jaar iets meer dan 200 miljoen dollar (157 miljoen euro) in de partijkassen gestort. Daarvan ging volgens het Center for Responsive Politics, dat deze cijfers bijhoudt, ruim 60 procent naar Republikeinse kandidaten. President Bush persoonlijk incasseerde 29 miljoen dollar van deze groep.
„Dat is ook wel logisch”, meent Alfred Goldman, marktanalist van A. G. Edwards, investeringsbank, beursmakelaar en instituut voor vermogensbeheer. „Republikeinen zijn in het algemeen meer pro business; deze president heeft bovendien de belastingen op dividendinkomen verlaagd. Dat is gunstig voor Wall Street”, aldus Goldman.
Volgens Peter Cardillo -chef-econoom van het financieel instituut S. W. Bach- zal het niet veel uitmaken of president Bush of senator Kerry de macht krijgt. „Kerry belooft de belastingverlaging voor de rijksten te zullen schrappen. Sommigen verwachten zelfs dat hij ook sommige andere belastingen weer zal verhogen, maar dat wordt niet eenvoudig. Zoals het er nu uitziet, behouden de Republikeinen hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en misschien ook in de Senaat. Dat betekent dat het parlement radicale plannen van Kerry zal afremmen”, aldus Cardillo.
Jeff Hirsch is enigszins verbaasd over de Republikeinse voorkeur van Wall Street. Hirsch is uitgever van de Stock Trader’s Almanac, de almanak voor beurshandelaren. „Als je naar de geschiedenis kijkt, blijkt dat Wall Street meer oplevert tijdens de regering van Democratische presidenten dan onder Republikeinse presidenten. Ik weet niet of ooit is uitgezocht waarom dat zo is, maar de feiten en de cijfers spreken voor zich. Het gaat daarbij vooral om de twee middelste jaren van de vierjaarlijkse ambtstermijn.”
Terugkijkend naar de geschiedenis wijst Hirsch op andere cijfers. „Een zittende president heeft de verkiezingen nooit verloren als de Dow Jones-index in de laatste maand voor de verkiezing meer dan 3 procent was gestegen. Geen president werd echter ooit herkozen als de Dow meer dan 5 procent was gezakt.”
Met de Dow op 10.080,27 punten op 30 september moet dat een eenvoudige rekensom zijn. De Dow moet 10.382,68 halen als Bush zeker wil zijn van zijn overwinning. Zakt de Dow onder de 9576,25, dan is Bush verloren. Zo simpel is dat volgens Hirsch, die rotsvast gelooft in deze rekensom.
Sommige Republikeins gezinde financiers zijn de laatste tijd overigens minder enthousiast ten aanzien van een mogelijke herverkiezing van George Bush. Stan O’Neal, topman van investeringsbank Merrill Lynch, kreeg via een zogeheten fundraisingdiner vorig jaar nog 4 miljoen dollar voor de Republikeinen bijeen. Maar dat was de laatste keer dat O’Neal voor de Republikeinen optrad. Hij heeft dit jaar niet aan fundraising gedaan. „Sommige Republikeins gezinde financiers zijn niet zo blij met Bush’ financiële beleid”, aldus Peter Peterson, oud-voorzitter van de Federal Reserve Bank van de staat New York.
In zijn recente boek ”Running on Empty” beschuldigt Peterson zowel de Republikeinen als de Democraten ervan ’s lands belastinggeld niet zorgvuldig genoeg te beheren. Maar het beleid van de regering-Bush heeft volgens deze financier „een nieuw niveau van fiscale onverantwoordelijkheid bereikt.” Peterson duidt hier op het stijgende financieringstekort en de stijgende staatsschuld, die zulke vormen aannemen dat de lasten daarvan op de schouders van de volgende generatie zullen drukken.
Welke sectoren in de economie zullen profiteren van een winst van Bush of van Kerry? Dat is een belangrijke vraag voor beleggers die zwaar geïnvesteerd hebben in bepaalde sectoren. Wordt George Bush herkozen, dan mag men lucratieve opdrachten verwachten voor de militair-industriële sector. Ook de klassieke energiebedrijven zullen daar wel bij varen, net als de farmaceutische sector en particuliere ziektekostenverzekeraars (Bush wil de ziektekosten privatiseren). Wordt Kerry president, dan is het waarschijnlijk verstandiger om te investeren in alternatieve energie, in hypotheekbanken, in de detailhandel en in producenten van merkloze geneesmiddelen.
Peter Cardillo verwacht overigens geen grote schokbewegingen als Kerry gekozen zou worden: „De zaken veranderen niet per dag; zulke processen lopen geleidelijk, áls er al veel verandert onder Kerry. De senator zal misschien iets kritischer kijken naar het bedrijfsleven en naar frauderende ondernemers, maar hij zal zeker geen antiondernemers- of anti-Wall-Street-beleid gaan voeren. Daarvoor is de economie te belangrijk. Wall Street is de spiegel van die economie en presidenten hebben daarop maar een beperkte invloed, wat zij tijdens de verkiezingscampagne ook hebben beloofd en aan plannen naar voren hebben gebracht.”