Getrouwe Herder
Openbaring 7:17a
„Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden, en zal hun een Leidsman zijn.”
Paulus zegt: „Zo is er dan geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn” (Romeinen 8:1). Zo blijkt het, dat Jezus Zijn schapen niet gestolen heeft, maar Hij heeft ze duur gekocht en eerlijk betaald.
Zo zijn zij Zijn schapen, die Hij, als een getrouwe Herder, door de woestijn van deze wereld heenleidt, dan eens in een liefelijke en grazige weide, waar hun ziel meer troost geniet dan duizend werelden haar geven kunnen; dan weer in de kale weiden, waar Hij Zijn vriendelijk aangezicht voor hen verbergt en de verzoeker op hen loslaat, om hen zo in de strijd te oefenen en hen voor de zalige hemel voor te bereiden.
Wanneer deze schapen lang genoeg in deze woestijn gedoold hebben, zal Hij hen tezamen vergaderen in de zalige hemel, waar zij altijd hun goddelijke Herder zullen zien en genieten, en bij elkaar zullen leven in vrede en eeuwige blijdschap.
Deze kudde van de Heere Jezus wordt met nadruk een kleine kudde genoemd. Zij zijn dus weinig in getal, in vergelijking met die grote kudde zwijnen of honden die door de satan God als het ware ontstolen zijn in het paradijs. Dat Jezus weinig schapen heeft, mogen wij niet zeggen, want het is een schare die niemand tellen kan en die zal samenkomen uit al de oorden van deze wereld, om die zalige bruiloft van het Lam bij te wonen.
Wulfert Floor,
oefenaar in Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)