Een gereformeerde reus in de wereldkerk
„Het calvinisme is niet de enige waarheid”, verzuchtte Herman Bavinck eens, toen hij terugkwam van een reis naar Amerika. Al is het dan niet de enige waarheid, het is wel een wereldwijde waarheid geworden. De Koreaan prof. dr. H. M. Yoo, de Amerikaan prof. dr. John Bolt en de Italiaanse predikant A. Ferrari vormen er deze week het bewijs van.
De drie zijn aanwezig op het driedaagse symposium over Bavinck - donderdag in Amsterdam, vrijdag en zaterdag in Kampen. Ze zijn nauw betrokken bij de heruitgave van Bavincks werk in hun eigen taal.
Ds. A. Ferrari, hoofdredacteur van de evangelische uitgeverij Alpha & Omega, coördineert de vertaling van Bavincks werken in het Italiaans. Onlangs werd begonnen met de vertaling van het eerste deel van de Gereformeerde Dogmatiek, over God en de schepping. Het wordt vertaald op basis van de Engelse uitgave, die nu in Amerika verschijnt.
„Dit project is in overeenstemming met de Bijbel”, zegt Ferrari, „omdat we daarin lezen dat we het voorbeeld van onze voorgangers die het Woord Gods hebben gesproken, moeten navolgen. In Italië is de gereformeerde theologie onbekend en onbelangrijk. De index en de inquisitie hebben de waarheid van de Bijbel en het christelijk geloof uit Italië gehouden, en dat is nog verstevigd door het accent op de autoriteit en de eenheid van de Rooms-Katholieke Kerk.”
De hoofdredacteur verwacht dat er in Italië zeker belangstelling voor Bavincks dogmatiek zal zijn. Hij grondt dit op de interesse die er is voor de werken van onder anderen Edwards, Owen en Warfield. Hieraan worden in Italië ook conferenties gewijd, die, constateert hij, opmerkelijk genoeg vooral worden bezocht door mensen uit pinksterkerken.
De relevantie van Bavinck wil ds. Ferrari verwoorden met de woorden van Cornelius van Til: „Het presenteren van de Christus der Schriften voor deze eeuw.” „Bavinck is relevant vanwege zijn brede toepassing van de christelijke boodschap op alle terreinen en wetenschappen. Hij is ook actueler dan Kuyper als het gaat om het geven van een antwoord op het heidendom van de Europese cultuur. Veel van Kuypers ideeën veronderstellen een christelijke cultuur. Maar de Europese cultuur is een heidense geworden en er is weinig over van de gemene gratie waarnaar Kuyper kon verwijzen. Bavinck gaat in op het boeddhisme, het islamisme en het pantheïsme, invloeden die doorwerken in New Age. Daarom is Bavinck actueler dan Kuyper.”
Prof. dr. John Bolt, hoogleraar aan het Calvin Theological Seminary in Grand Rapids, heeft zijn sporen verdiend in het coördineren van de vertaling van Bavincks werken in het Engels. Er worden nu flinke vorderingen gemaakt met de vertaling van de Gereformeerde Dogmatiek, waarvan het tweede deel juist deze maand van de pers rolde. „Het eerste deel van Bavincks dogmatiek is in Amerika goed verkocht. Studenten aan theologische seminaries hadden veel belangstelling. Bavinck is voor hen fris en ook levendiger dan de voor ons bekende Louis Berkhof, die veel droger is. Bavinck is voor mij ook levendiger en warmer dan Kuyper.”
Kuyper en Bavinck hebben elk hun eigen relevantie, vindt prof. Bolt. „Kuyper is actueel vanwege zijn engagement met de moderne cultuur. Hij geeft een krachtig antwoord op de moderne wereld, die seculier en intolerant is geworden. Bavinck is echter relevant als theoloog die niet alleen bijbels en gereformeerd is, maar ook de religieuze ervaring als een scheppingsgegeven serieus neemt, als een feit. Bavinck geeft een samenhangend theologisch systeem dat alle culturen overstijgt. Het merkwaardige is dat het verzoek om Bavinck te vertalen kwam van Koreaanse en Indonesische studenten in Amerika. Maar nu de vertaling in het Engels verschijnt, dient deze de wereldwijde kerk. Het werk van Bavinck verschijnt in steeds meer andere talen: Koreaans, Italiaans, Japans.”
Bavinck is voor de Amerikaanse hoogleraar vooral „de moderne reus van de gereformeerde theologie die een antwoord geeft op een ándere reus, een Zwitser: Karl Barth. Ik denk dat Bavinck hét antwoord is op Barths bezwaren tegen de liberale theologie. Bavinck is voor mij het meest relevant op het punt van de religieuze gerichtheid van de mens. Hij zegt dat je niet over geloof kunt spreken zonder te spreken over de ontvankelijkheid van de mens voor een Hoger Wezen. Al heeft de gereformeerde theologie in het neocalvinisme dit niet opgepakt, Bavinck kan ons daarin de weg wijzen.”
Prof. dr. H. M. Yoo leerde het werk van Bavinck goed kennen tijdens zijn studie aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen. Hij promoveerde op de strijd tussen het supra- en infralapsarisme in de Nederlandse kerken en werd na zijn promotie hoogleraar dogmatiek aan het Korea Theological Seminary in Seoul. Vorige maand verscheen een boek van zijn hand over het werk en de theologie van Bavinck. Er zijn verschillende boeken van Bavinck in het Koreaans verschenen.
Volgens prof. Yoo zijn de Koreaanse kerken een typisch verschijnsel van de methodistische opwekkingsbeweging, die een sterk arminiaans karakter draagt. „In de overwegend presbyteriaanse kerken in Korea worden de verdorvenheid van de mens door de val en de radicaliteit van de genade wel geleerd, maar niet in praktijk gebracht. De taak van onze kerken is het ontwikkelen en versterken van de gereformeerde theologie te midden van dit arminiaans methodisme”, zo hield hij de congresgangers voor.
Dat is allemaal gemakkelijker gezegd dan gedaan, erkent hij na afloop. „Een gezonde theologie kan de kerk niet veranderen, maar is vrucht van een gezonde kerk. Bavinck kwam niet uit de lucht vallen, maar bloeide op de bodem van een lange gereformeerde traditie in Nederland, die wij niet kennen. In dat opzicht voel ik me verwant met ds. Ferrari, die hetzelfde probleem heeft in zijn land. De grond in Amerika en Korea is methodistisch, de gereformeerde theologie is in beide landen slechts een klein eilandje.”
Prof. Yoo ziet de relevantie van Bavinck vooral in zijn „piëtistisch getinte vroomheid.” Dat laatste heeft hij gemist op het congres. „Hier ontbreekt het gebed en het zingen met elkaar. Dat zijn we in Korea gewend, en dat heeft niets te maken met de invloed van een bepaalde kerk.”