Klein kind op Flakkee zweeg over onderduiker
„Dat moet daar weg, daar moet wat anders staan”, wees mevrouw Biemond op het portret van Hitler dat een Duitse officier in haar huis op tafel had gezet. „Wat moet daar dan staan?” wilde de Duitser weten. „Een portret van onze koningin!”
De Duitser dreigde de Stellendamse boerin neer te schieten, maar ze maaide het pistool weg dat hij haar op de borst zette. Intussen zaten haar man en een bezoeker –de hervormde godsdienstonderwijzer W. Bouman– „te bibberen van angst.”
Het is een van de verhalen die Jan van Harberden, bakker in Melissant, heeft opgetekend in een boekje over verzetswerk op Goeree-Overflakkee in de jaren 1940-1945. Daarover was nog niet veel gepubliceerd, schrijft burgemeester Grootenboer-Dubbeldam in haar woord vooraf.
Het aantal ooggetuigen slinkt en daarom ging Van Harberden op pad om een aantal verhalen op te tekenen. „Verhalen over verzet, over dapperheid en over lijden”, vat Van Harberden samen. „In dit boekje is de laatste generatie die ons nog wat kan vertellen over de oorlog aan het woord.”
Illegaal krantje
Over de verzetsactiviteiten van ds. J. B. Bel en zijn zoon is al weleens geschreven, al wilde de predikant van de gereformeerde gemeente in Dirksland er na de oorlog niet over praten. In dit boekje wordt hun inzet belicht door een boerenzoon op wiens ouderlijke hofstede Nico Bel stiekem naar de Engelse radio kwam luisteren. Het nieuws dat hij er opdeed, verwerkte hij in een illegaal krantje.
Tragisch is het verhaal van Piet Slis. De Ausweis die de Duitse Ortskommandant voor hem afgaf, kwam te laat: hij was al op transport gesteld naar Duitsland, ontsnapte onderweg, maar werd verraden en gefusilleerd.
Verzet plegen was nooit makkelijk, maar zeker niet op een eiland waar je niet zomaar op en af kon. En toch gebeurde het. Er moesten honderden onderduikers worden verzorgd. Er werd gespioneerd voor de geallieerden.
Geheimhouding
Dapperheid was niet aan leeftijd gebonden. Op een onbewaakt ogenblik zag een jong meisje een onderduiker. Haar werd ingeprent dat ze moest zwijgen. Zou ze het doen? De onderduiker werd in elk geval niet verplaatst; misschien kon dat ook niet. Na de bevrijding hoorde het meisje haar ouders zeggen: „Heb je het gehoord? Jaas Tanis heeft heel de tijd bij Voogd op de molen gezeten.” „O, dat wist ik allang”, zei het kleine ding.
De Duitsers traden soms hard op. Maar niet elke mof was nazi; een van hen richtte –toen niemand van zijn kameraden in de buurt was– zijn pistool op een Hitlerportret en zei: „Die Schweinhund, die heeft alles op z’n geweten.”
Dat niet elke Duitser spijkerhard was, bleek ook toen een Flakkeeënaar zich beklaagde over het hondje van zijn zoon dat was doodgeschoten omdat hij een fietsende soldaat blaffend achtervolgde. De soldaat moest de jongen een nieuwe hond geven, besloot de commandant.
Duitse foto’s
Goeree-Overflakkee raakte voor een deel ontvolkt en geïnundeerd, maar dat weerhield de eilandbevolking er niet van tijdens de laatste oorlogswinter duizenden kilo’s voedsel te verschepen naar hongerende steden.
De oudste inwoners kunnen er nog over vertellen. Van Harberden zette een aantal van die verhalen op schrift. Het boekje leest vlot; het vraagt om een vervolg, want er zullen nog veel meer verhalen zijn die anders in het vergeetboek raken.
Een deel van de afbeeldingen is net zo clandestien als het verzetswerk was: foto-ontwikkelaar J. de Man moest beeldmateriaal van de Duitsers voor hen afdrukken, maar hield stilletjes kopieën achter.
Boekgegevens
Verzet en medemenselijkheid. Oorlog op Goeree-Overflakkee, Jan van Harberden; uitg. Bakkerij Van Harberden; 66 blz.; € 8,95