Het OM had eerder op de dag om dezelfde reden ook vrijspraak gevraagd. De militairen waren beschuldigd van het overtreden van de dienstvoorschriften door de duik niet af te breken toen spraakcommunicatie niet meer werkte. De aanklagers spraken van „een onbevredigend einde” van de zaak en noemden de gang van zaken van het strafrechtelijke onderzoek „niet fraai”, mede gezien de lange duur ervan en het gesteggel over de aard van de beschuldigingen.

De conclusie dat er geen strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, betekende volgens het OM niet dat er geen fouten zijn begaan. Er is naar aanleiding van het ongeval al een kritisch onderzoeksrapport over de werkwijze bij Defensie verschenen.

De rechtbank merkte nog op dat de vier militairen tijdens de duik op begrijpelijke wijze hebben gehandeld, gelet op de omstandigheden ter plaatse, de duikervaring van alle teamleden en op de manier waarop in de praktijk invulling werd gegeven aan de regels.

De militairen deden op 23 november 2015 bij Curaçao een mijnoefening. De collega maakte een duik naar ongeveer 40 meter diepte. Volgens het OM was hierbij spraakcommunicatie verplicht en moest de duik worden afgebroken toen die uitviel. Volgens de advocaten van de betrokken militairen was van uitval echter geen sprake, maar werd het spraaksignaal na 30 meter diepte zwak. Er was nog wel contact met hun collega via een zogenoemde seinlijn.

Toen het te lang duurde voordat zij weer opkwam, is een reddingsactie gestart. Wat er precies is gebeurd, is niet duidelijk geworden. De vrouw had haar duikset niet meer om. Volgens de patholoog-anatoom is zij door verstikking om het leven gekomen, maar de oorzaak hiervan is niet komen vast te staan.