Kerk & religie

Waarom Joden bij Duitsland horen

Het zigzaggebouw van het Joods Museum in Berlijn laat zien dat de geschiedenis van de Joden in Duitsland nooit in rechte lijnen liep. „Door de eeuwen heen was er steeds weer sprake van verdrijving en moord, tot in de Shoa toe.”

28 December 2020 18:25
Themazaal over de Thora. beeld Yves Sucksdorff
Themazaal over de Thora. beeld Yves Sucksdorff

De Nederlandse Hetty Berg, sinds april directeur van het Jüdisches Museum, had haar eerste jaar in Berlijn vast anders voor zich gezien. Het museum aan de Lindenstrasse heeft sinds eind augustus een nieuwe vaste tentoonstelling, maar door de coronapandemie zitten de deuren tijdelijk weer op slot. Bezoekers moeten het voorlopig doen met een digitale bezichtiging.

Geprojecteerde Hebreeuwse en Latijnse letters zweven over de treden van de trap die naar de permanente tentoonstelling leidt. Gaandeweg vormen ze samen plaatsnamen als Erfurt, Frankfurt en Worms, steden die staan voor de grillige geschiedenis van de Joden in Duitsland.

Vijf afdelingen belichten de historie, afgewisseld met acht thema’s. Er is vooral aandacht voor het gewone Joodse leven, zegt Berg, die voorheen ruim dertig jaar bij het Joods Historisch Museum in Amsterdam werkte. „Wat betekent het om Jood te zijn, te bidden, naar de synagoge te gaan en Joodse muziek te beluisteren?”

De eerste zaal in de tentoonstelling is gewijd aan de Thora, de vijf boeken van Mozes. Om te kunnen lezen uit de Thora leren Joodse kinderen al op jonge leeftijd het Hebreeuwse alfabet, of ”alef-bet”. Even verderop klinken de geluiden van een sjofar, van een gezongen gebed, van klezmermuziek. De wereld van het Jodendom.

Luther

De geschiedenis van het Jodendom in wat nu Duitsland heet, begon 1700 jaar geleden. In het jaar 321 vestigden de eerste Joden zich in Keulen. „Dus nog voordat er Duitsers waren”, zegt Berg –zelf Joods– veelbetekenend. „Wat dat betreft, is de aanwezigheid van Joden in de Duitse samenleving een vanzelfsprekendheid.”

Maar lang niet alle Duitsers waren –en zijn– daarvan overtuigd. „Door de eeuwen heen was er steeds weer sprake van verdrijving en moord. Toch maakten Joden altijd onderdeel uit van de geschiedenis van Duitsland.”

Een opmerkelijke afwezige in de nieuwe tentoonstelling is de Duitse reformator Maarten Luther. Hij raakte teleurgesteld omdat de Joden zich niet massaal tot Christus bekeerden. Toen schreef hij, in 1543, het anti-Joodse boekje ”Over de Joden en hun leugens”.

Berg: „De tentoonstelling besteedt wél aandacht aan de manier waarop christenen en Joden met elkaar omgingen, hoe Joden zich tot hun omgeving verhielden. De kerk had veel macht in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd, wat zeker ook heeft geleid tot anti-judaïsme en het verdrijven van Joden uit Duitsland.”

Thoraschild

De vaste expositie telt zo’n duizend voorwerpen: handgeschreven brieven, eeuwenoude Thorarollen, kleurige schilderijen, zilveren schalen, een gele Jodenster.

Een kostbaar Thoraschild vertelt het verhaal van Isaak Jakob Gans (1723–1798), een rijke jurist en weldoener van de Joodse gemeente in Celle. Hij schonk het zilveren voorwerp om de Thorarol te bedekken wanneer er niet uit gelezen werd.

In een andere zaal hangt een schilderij van de Joodse familie Manheimer. Hulda, Martin en de jongere Clara dansen door de woonkamer. Babette zorgt voor de muziek, de kleine Anna staat enthousiast op de bank te luisteren. Moeder Therese zorgt ervoor dat ze niet valt. De oudste zoon, Carl, zit aan tafel en neemt alles aandachtig in zich op. Naast vader Moritz staat de schilder zelf, Julius Moser. Aan de muur hangt een portret van grootmoeder, dat ook op de tentoonstelling is te zien. Het groepsportret toont de Manheimers als een typische middenklassenfamilie uit de negentiende eeuw. Niets wijst erop dat ze Joods zijn.

Dat was wel anders in de jaren dertig van de vorige eeuw. Een van de vitrines puilt bijna uit met tientallen zilveren doosjes, kannen, kandelaars, soeplepels, messen en schalen. Ze behoorden ooit toe aan Joodse families in Hamburg, maar al dat „zilver uit niet-Arisch bezit” was volgens een wet uit februari 1939 illegaal. Alleen al in de Noord-Duitse Hanzestad werd 20 ton zilver in beslag genomen. Het merendeel werd omgesmolten.

De meer dan negenhonderd anti-Joodse wetten die vanaf 1933 van kracht werden, zijn op banieren geprint. Voor Berg behoren die tot de meest aangrijpende voorwerpen in het museum. „Al die vreselijke maatregelen van de nazi’s om Joden het leven onmogelijk te maken…”

Tegelijk vindt Berg het belangrijk dat de bezoeker leert zien dat de geschiedenis van het Joodse leven zich niet beperkt tot de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. „Er is ook Joods leven ná 1945.” De tentoonstelling laat dat zien en horen, onder meer door geluidsfragmenten waarin Joden vertellen wat het Jood-zijn praktisch voor hen betekent.

Antisemitisme

Maar ook nu hangt het antisemitisme als een schaduw over Duitsland. „Het is verontrustend hoeveel antisemitische uitingen er op sociale media staan. Het taboe is verdwenen. Zo’n 20 tot 25 procent van de Duitsers heeft vooroordelen tegen Joden, zo blijkt uit onderzoek. Wat dat betreft heeft het Joods Museum Berlijn de taak om voorlichting te geven. Om mensen duidelijk te maken wat antisemitisme is, zodat ze dat herkennen. Maar ook om te laten zien hoe Joden leefden en nog steeds deel uitmaken van de Duitse samenleving.”

www.jmberlin.de

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer