Balliet stond terecht voor de moorden en poging tot moord op de tientallen mensen in het gebedshuis. Hij gaf tijdens zijn proces blijk van antisemitische, antifeministische en racistische denkbeelden. De twintiger ontkende ook de Holocaust, wat strafbaar is in Duitsland. De regionale rechtbank in Naumburg legde Balliet de hoogst mogelijke straf op.

De man droeg op de dag van de aanslag een militair tenue en filmde zijn aanval op de synagoge. Hij zond die beelden uit via internet, zoals eerder ook bij andere aanslagen gebeurde. Een aanklager sprak tijdens het proces over een van de „meeste walgelijke antisemitische daden sinds de Tweede Wereldoorlog”.

Balliet toonde geen berouw. Hij benadrukte tijdens het proces dat zijn poging een bloedbad aan te richten in de synagoge „geen vergissing” was. „Ze zijn mijn vijanden”, verklaarde hij. De man kwam destijds echter niet voorbij de deur van het gebedshuis en doodde een vrouwelijke voorbijganger en een man bij een kebabzaak.