De studenten Paula de Bruijn en Ingrid Burrie van de studie algemene sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht hebben dat woensdag bekendgemaakt. De Bruijn en Burrie werkten een jaar aan hun afstudeeronderzoek ”Jongeren en seksualiteit”.

Daaruit blijkt dat 58 procent van de geënquêteerde jongeren soms ongewenst seksueel gedrag meemaakt. Het grootste deel daarvan is verbaal seksueel ongewenst gedrag. Bijna een op de vijf 15- en 16-jarigen maakt soms lichamelijk ongewenst seksueel gedrag mee. Eén procent zegt te zijn gedwongen tot fysieke seksuele handelingen.

Veelal blijken slachtoffers ook dader te zijn. Van de geïnterviewden geeft 46 procent aan dat ze zich soms schuldig maken aan seksueel ongewenst gedrag.

Kinderen die zijn opgegroeid in een gewelddadig opvoedingsklimaat, zowel verbaal als fysiek, hebben een relatief grotere kans zowel dader als slachtoffer te worden. Jongens zijn relatief vaker dader, meisjes vaker slachtoffer.

Verscheidene geïnterviewden gaven uit eigen initiatief aan fysiek seksueel misbruikt te zijn. „Zij schreven een verhaaltje op de achterzijde van het formulier met een ervaring, erg schokkend”, aldus Burrie. De onderzoekers doen geen aangifte bij de politie omdat de enquête anoniem is.

De Bruijn en Burrie willen met hun onderzoek een signaal afgeven richting de scholen. Alle scholen van geënquêteerde leerlingen hebben de resultaten gekregen. Ook werken de onderzoekers aan een artikel voor wetenschappelijke tijdschriften over het onderwerp. „Wij wisten dat het probleem bestond. Maar we zijn wel geschrokken van de mate waarin seksueel ongewenst gedrag voorkomt”, aldus Burrie.