Meer dan 35.000 boeken staan in Kools boekenloods. Het meeste daarvan is theologie, kerkgeschiedenis en Bijbelverklaringen, verder nog wat leesboeken, algemene geschiedenis en topografie. Alles is geprijsd en keurig gesorteerd op onderwerp en op auteursnaam.

Stichtelijke brochures

Achterin het magazijn zit Kool in zijn kantoortje, omringd door prekenboeken en stichtelijke brochures. Er staan veel oude banden. Veel is antiquarisch.

Zijn hele leven lang doet Kool in boeken. Nu hij onderhand tegen de zeventig loopt, is het verstandig om een beetje af te bouwen, zegt hij. Zijn gezondheid gaat problemen geven. Het lopen wordt lastig. Kool gaat de meeste boeken van de hand doen en wil met zijn boekenantiquariaat in afgeslankte vorm verder. Hij gaat zich verder specialiseren in het antiquarische boek, of, zoals hij zegt, „in goede theologie.”

Wat mag dat zijn, goede theologie?

„Schriftuurlijk-bevindelijke theologie. Dat is voor mij goede theologie. Daar blijft ook altijd vraag naar. De tijd dat mensen vroegen naar Klaas Schilder en Abraham Kuyper is voorbij. Er is geen vraag meer naar al dat gereformeerde spul. En veel oude werken zijn toch al gedigitaliseerd. Dat kun je dus op internet ook wel vinden. Maar dat is niks voor mij. Mensen die willen lezen voor hun eigen stichting, vragen nog wel naar Calvijn, Luther, Matthew Henry, I. Kievit en G. Boer, naar Kersten, Van der Poel, Comrie en Van der Groe. In de rechterflank van onze gezindte zal altijd vraag blijven naar boeken waarin je de Schrift verklaard vindt en waarin je kunt lezen hoe God een mens bekeert.”

Hapklaar

Kool is niet van plan om een klaagzang aan te heffen, zegt hij, want hij heeft nog steeds vermaak in zijn werk en veel plezier van boeken. „Maar in de interessesfeer van mensen is nu eenmaal wel veel aan het verschuiven. Het moet tegenwoordig allemaal hapklaar zijn. Velen schijnen genoeg te hebben aan kleine boekjes met allemaal losse citaten. Het moet allemaal gemakkelijk en kort. Maar dat is aan mij niet besteed. Wie van de oude schrijvers houdt, hoeft geen nieuwe schrijvers. Er blijft altijd behoefte aan zeldzame werken. Daar ga ik mij nu op toeleggen. De rest stoot ik af. Wie de oude wijn begeert, lust geen nieuwe.”

Halve prijs

In januari gaat Kool verhuizen, van Ederveen terug naar Veenendaal, waar hij in 1972 begon. In Ederveen mag deze maand alles voor de halve prijs de deur uit.

Kool wil geen boekhandelaar maar boekverkoper genoemd worden. „En ik ben ook geen antiekhandelaar. Wie antiek verkoopt, verkoopt oude stoelen en tafels. Ik ben antiquair. Dat is iets anders dan boekhandelaar. Ik doe in oude boeken, in het goede oude spul. Ik ken mijn klanten, weet meestal wel wat ze zoeken. Als iemand iets zoekt wat ik niet heb staan, zeg ik algauw: Maar dít heb ik wel. Ik denk dat dít ook iets voor u is.”

Kan iemand daarvan leven, van goed oud spul?

„Ik heb altijd mijn brood gehad. En er zat ook altijd nog wel wat beleg op. Ik ben niet iemand die van acht tot vijf uur achter een bureau kan zitten. Ik houd van het vrije leven, ga er voor de inkoop graag op uit, ben graag onder de mensen. Ik ben altijd een zelfstandige eenling geweest en ben nooit iets te kort gekomen.”

Kool leeft in de boeken. „Maar ik werk om te leven. Ik leef niet om te werken, want het leven is meer dan alleen maar boeken.”