De politierechter vond bewezen dat alle zes verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen de politie. Een verdachte, een 29-jarige man uit Huizen, werd daarnaast veroordeeld voor poging tot zware mishandeling. Hij bekogelde een politieman te paard met een terrasstoel. Het dier gleed weg en kwam ten val, waarbij zowel het paard als de ruiter verwondingen opliep. De Huizenaar kreeg de hoogste werkstraf: 240 uur, waarvan zestig uur voorwaardelijk.

De ongeregeldheden in Hoorn ontstonden aan het einde van de betoging. Toen verliet de groep die een statement tegen Coen maakte tegen de regels in een aangewezen demonstratieterrein buiten het centrum. Zij trokken alsnog richting het beeld zelf in de binnenstad. Op het moment dat de aanwezige ME en politie te paard de groep tegenhield, liep de situatie uit de hand. Onder het slaken van strijdkreten werden agenten bekogeld met stenen, stoeptegels en stoelen. Ook werden fakkels en vuurwerk ontstoken.

De verdachten benadrukten tegenover de politierechter „zonder kwade bedoelingen” en „met de intentie vreedzaam te demonstreren” naar Hoorn te zijn gekomen. „Dit zijn geen relschoppers”, zei een van de raadslieden. „Dit zijn Molukse jongeren die hun stem willen laten horen. Coen staat als held in de geschiedenisboeken, maar heeft genocide gepleegd. Dat hier een beeld en een tunnel naar hem zijn vernoemd, doet in de Molukse gemeenschap nog steeds pijn.”

De politierechter twijfelde niet aan de „vreedzame bedoelingen” van de mannen, maar had geen goed woord over voor het „ernstige groepsgeweld” tegen de politie, waarbij de zes volgens hem betrokken waren. Hij strafte iets milder dan het OM eiste. De mannen moeten bij elkaar 1700 euro schadevergoeding betalen aan betrokken politiemensen.

De zaak tegen een zevende verdachte werd aangehouden tot begin komend jaar.