‘NVWA greep niet in bij dierenleed door extreme hitte’
Wakker Dier zet juridische stappen tegen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) omdat die afgelopen zomer niet zou hebben ingegrepen bij meldingen over acuut leed bij dieren door extreme hitte. De dierenwelzijnsorganisatie deed zelf drie van dit soort meldingen.
De meldingen van zogenoemde hittestress bij dieren werden gedaan op 11 augustus, toen het met 36 graden de warmste 11 augustus ooit was. Volgens Wakker Dier stonden koeien en schapen de hele dag in de brandende zon terwijl het verplicht is te zorgen voor beschutting voor de dieren.
Wakker Dier zegt dat de NVWA pas drie dagen later is gaan kijken en toen vaststelde dat schaduw inderdaad ontbrak. Omdat de temperatuur inmiddels was gedaald naar 23 graden werd er geen overtreding geconstateerd, aldus Wakker Dier.
De stelling van de dierenwelzijnsorganisatie dat de NVWA afgelopen zomer slechts elf maal ingreep bij bijna 400 hittemeldingen is niet juist, zegt de NVWA in een reactie. De dienst zegt bij 57 procent van de meldingen een vervolgactie te hebben gedaan. Die bestond uit bellen met de houder van de dieren en/of het uitvoeren van een inspectie op de locatie. Bij die vervolgacties bleek niet in alle gevallen sprake van hittestress.
Bij 103 inspecties werden bij negen schapenhouders en twee paardenhouders maatregelen getroffen omdat dieren onvoldoende waren beschermd tegen de weersomstandigheden. Ook waren er controles bij slachthuizen tijdens de hitteperiode. Daarbij bleek dat slachthuizen goed waren voorbereid op het extreme weer. Ze hadden bijvoorbeeld de slachttijden verplaatst naar koelere dagdelen. In zestien gevallen was er bij slachthuizen sprake van onacceptabele hittestress, aldus de NVWA.
De toezichthouder zegt dat een kwart van alle meldingen niet in behandeling kon worden genomen, onder meer omdat in de melding geen duidelijke locatie was opgegeven.